This lesson contains 10 slides, with text slides.
1.llamarse= heten 1.acostarse=naar bed gaan
2.levantarse=opstaan 2.vestirse=z.aankleden
3.afeitarse= z.scheren 3. lavarse=z.wassen
4.ducharse=z.douchen 4.divertirse=z.vermaken
5.irse=weggaan 5.aburrirse=z.vervelen
6.relajarse=z.ontspannen 6.encontrarse con =ontmoeten