What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 35 (16-03)
Cours du 16 mars
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Cours du 16 mars
Slide 1 - Slide
Programme
Presentie
Lesdoelen
Herhalen
- klokkijken
- être en avoir
Paragraphe H
- Het bezittelijk voornaamwoord.
Au travail!
Afsluiting
Les devoirs
Slide 2 - Slide
Presentie
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Na de les....
...kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.
Slide 4 - Slide
Huiswerkcontrole
- ex. 27c
Open je boek op p.124-125
Slide 5 - Slide
Herhalen
We gaan nu de volgende onderdelen herhalen:
- Klokkijken (hier maken jullie een werkblad van)
- avoir en être
Slide 6 - Slide
Klokkijken
Weten jullie nog?
Hoe vraag je in het Frans hoe laat het is?
Quelle heure est-il?
Hoe antwoord je hier vervolgens op?
Il est ......
Hoe zien de Franse kloktijden er uit op de hiernaast afgebeelde
klokken?
Slide 7 - Slide
Als je wilt zeggen hoe laat het is begin je de zin met
'
Il est
...'
Is het precies 1 uur
> Il est
une heure.
Is het precies 2 uur >
Il est
deux heure
s
Tussen het hele uur en het halve uur, komen er minuten
bij en die worden gewoon achter het hele uur geplakt.
Tussen het halve en het hele uur, worden de minuten van
het volgende hele uur afgetrokken, door het woordje
moins
Als je wilt zeggen hoe laat het is begin je de zin met 'Il est...'
Is het precies 1 uur > Il est une heure.
Is het precies 2 uur > Il est deux heures
Tussen het hele uur en het halve uur, komen er minuten
bij en die worden gewoon achter het hele uur geplakt.
>
Il est quatre heures et dix (10 over 4, 16.10 uur)
Tussen het halve en het hele uur, worden de minuten van
het volgende hele uur afgetrokken, door het woordje moins
>
Il est quatre heures moins cinq (het is 5 voor 4, 15.55 uur)
let op! Bij zowel een kwart als bij een half uur, komt er ‘et’ (en) tussen.
Een kwartier wordt aangegeven met quart en een half uur met demie .
Slide 8 - Slide
Être en Avoir
We gaan nu de rijtjes van être en avoir herhalen.
Maak de volgende sleepvraag:
Slide 9 - Slide
je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
ont
as
avons
avez
ai
a
Slide 10 - Drag question
je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
sont
es
sommes
êtes
suis
est
Slide 11 - Drag question
De rijtjes naast elkaar
Slide 12 - Slide
Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord.
een bezittelijk voornaamwoord geeft altijd aan van wie iets is.
in het Frans hangt de vorm altijd af van het zelfstandig naamwoord. Dit geeft het volgende schema:
Slide 13 - Slide
Let op!
Als een zelfstandig naamwoord vrouwelijk is en begint met een klinker of een stomme h, dan gebruik je
mon, ton, son.
Julie est
mon
amie (v).
C'est
mon
histoire (v).
Slide 14 - Slide
Au travail!
Jullie gaan nu de volgende oefeningen maken:
- ex. 30c, d, e
- ex. 31a,
- werkblad klokkijken
timer
15:00
Slide 15 - Slide
Afsluiting
Noem het rijtje van 'mijn'.
Waarom zijn de vormen verschillend?
Slide 16 - Slide
Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- ex. 30c, d
- ex. 31a, b
- werkblad klokkijken
apprendre het bezittelijk voornaamwoord.
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Les 31 (16-02)
February 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 29 (09-02)
February 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 30 (07-02)
August 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 29 (06-02)
January 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 30 (07-02)
February 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 23-03
March 2022
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 32 (26-02)
February 2023
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 32 (26-02)
August 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1