TA 7 1.2.7

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

doel:

Ik leer wat het werkwoordelijk gezegde is.

Wat ga je leren?

Onderwerp

Als je het gezegde weet, dan kun je ook het onderwerp vinden.

Dit doe je door de vraag te stellen:

wie/wat + gezegde?

Peter heeft het cadeau aan Maartje gegeven.

Wat is een werkwoord?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik ben in de modder gevallen?

1. Ik
2. ben
3. modder
4. ben gevallen

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Meester Mitch geeft de gymles.

1. Meester Mitch
2. geeft
3. geeft de gymles
4. gymles

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Naomi is gaan zwemmen in Dreumel.

1. is
2. is zwemmen
3. is gaan zwemmen
4. zwemmen

Schrijf het werkwoordelijk gezegde + onderwerp op:

De kat sluipt door de tuin

Schrijf het werkwoordelijk gezegde + onderwerp op:

De juf fietste naar school.

Schrijf het werkwoordelijk gezegde + onderwerp op:

Groep 7 heeft geoefend met het werkwoordelijk gezegde.

Schrijf het werkwoordelijk gezegde + onderwerp op:

De storm heeft ontzettend veel schade aangericht.

Schrijf het werkwoordelijk gezegde + onderwerp op:

De hond blafte hard naar de buurman.

GOED GEOEFEND!!!!