Engels Unit 4.3 Luisteren

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

..................................................... (welke) movie is better, Encanto or Inside out?


......................................................(welke) movie is your favourite?
What 
Which 

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Kies uit what of which.

... House do you like best, mine or yours?
A
What
B
Which

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Is het what or which?

....... is your favourite animal?
A
What
B
Which

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Is het what or which?

...... car do you want: the red or blue one?
A
What
B
Which

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Our ... garden is smaller than ours.
timer
0:30
A
neighbours'
B
neighbours

Slide 13 - Quiz

Bezittelijke 's:
schrijf je eerst een apostrof (') en dan een s. = Sara's bag.
eindigt een woord al op een -s . Als dat zo is, kijk je eerst of het enkelvoud of meervoud is.
Bij woorden in het meervoud op -s schrijf je alleen een apostrof na die -s :
= the students' luggage
woorden in het enkelvoud op -s schrijf je 's achter het woord:
the waitress's tips
Bij namen die op een -s eindigen (of op een andere sisklank), mag je kiezen tussen ' en 's .
This is Dennis' room.
This is Dennis's room.

Om het af te leren:
's of s'
A
the boss's chair
B
the boss' chair

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

's/s'/...of...?
This is Wissal ... book.
A
's
B
s'
C
...of...

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de Engelse vraagwoorden naar de juiste Nederlandse vraagwoorden
wie
wat
waar
wanneer
waarom
welke
hoe
who
what
where
when
why
how
which

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Hieronder zie je 3 plaatjes met een vraag, die nog afgemaakt moet worden. Sleep het juiste vraagwoord naar iedere vraag.
are Jack and Fay?
pudding do you like best, chocolate or cherry?
is going to make the pudding?
Who
Where
Which
When 
Why
How

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer ik een vraag maak met een vraagwoord, waar staat dat vraagwoord dan?
A
einde van de zin
B
begin van de zin
C
halverwege de zin
D
voor het werkwoord

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

timer
20:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions