Les 12: Kopen en werken

In deze les leer je

  1. De begrippen die gaan over geld lenen.
  2. Hoe je de kosten van een lening berekent.
  3. Welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.

1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

In deze les leer je

  1. De begrippen die gaan over geld lenen.
  2. Hoe je de kosten van een lening berekent.
  3. Welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.

Slide 1 - Slide

Krediet
Lening = krediet
Om bij een bank te lenen moet je meerderjarig zijn. Als je van de bank geld leent, betaal je rente als vergoeding voor het gebruik van hun geld.

Aflossen: Naast de rente moet je de lening zelf terugbetalen.
Het termijnbedrag: het bedrag voor rente en aflossing samen (per maand).
Looptijd van de lening: de periode waarin je de lening afbetaalt.
Effectieve rente: Rentekosten + alle overige kosten van de lening.

Slide 2 - Slide

Effectieve rente
De kredietkosten of kosten van de lening bestaan uit alles wat je méér terugbetaalt dan je geleend hebt.

 
Rente: vergoeding voor het lenen
Overige kosten: bijvoorbeeld voor het afsluiten van de lening



Slide 3 - Slide

Leenmotieven
Redenen om te lenen:
  1. Tijdelijk geldtekort
  2. Je wilt een duurzaam consumptiegoed kopen, zoals meubels of een auto  (het is belangrijk dat het gebruik van hetgeen je koopt langer duurt dan de looptijd van de lening)
  3. Voor het kopen van een huis. Het bedrag is te groot om bij elkaar te     sparen. 

Slide 4 - Slide

Maken opdracht 3.26 t/m 3.29
klaar? Bestudeer bron 3.3
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Programma


Uitleg soorten leningen
Opgaven maken 3.30 tm 3.35
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je weet wat hypothecaire lening is
... je weet wat consumptief krediet is
... je kunt uitleggen wat het BKR doet
.. je weet wat een doorlopend krediet is
...je weet wat een studieschuld is

Slide 9 - Slide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 10 - Slide

Hypotheek
Hypothecaire lening (of hypotheek): lening voor de aankoop van een huis.
Het huis dient als onderpand. Als je de rente en aflossing niet kunt betalen, mag de bank het onderpand verkopen. Blijft er gedwongen verkoop een restschuld over, dan moet je die ook nog betalen

Lage rente: vanwege het onderpand loopt de bank minder risico 
dan bij een lening zonder onderpand. Daarom is de rente lager 
dan bij een andere lening.

Lange looptijd: de looptijd van een hypotheek is vaak wel 30 jaar.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je weet wat hypothecaire lening is
... je weet wat consumptief krediet is
... je kunt uitleggen wat het BKR doet
.. je weet wat een doorlopend krediet is
...je weet wat een studieschuld is

Slide 13 - Slide

maken opdracht 3.26 t/m 3.30
timer
3:00

Slide 14 - Slide

Eisen aan leningverstrekkers
Wet financieel toezicht -> 
inkomens- en lastentoets=> bij leningen van meer dan €250 verplicht informatie vragen over hoogte inkomen en vaste lasten van mensen
informatie opvragen bij BKR-> Bureau Krediet Registratie te Tiel

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Persoonlijk krediet
Persoonlijk krediet: geldlening voor een duurzaam consumptiegoed (bijvoorbeeld auto, meubels, computer) afgesloten bij de bank. Ook wel Persoonlijke lening/ consumptief krediet


Risico bij kredieten voor consumptiegoederen: de aflostermijn> levensduur consumptiegoed
één vast bedrag per maand, de annuïteit, aflossing en rente vormen één gelijkblijvend bedrag

Een consumptief krediet kun je krijgen bij winkels en internetbedrijven. Zij geven je dan de mogelijkheid je aankoop in termijnen af te betalen. Je noemt dat een koop op afbetaling.


Je krijgt krediet van de leverancier (verkoper).
De kredietkosten zijn bij koop op afbetaling vaak hoog.

Slide 18 - Slide

Doorlopend krediet
doorlopend krediet: Een (bank)rekening waarmee tot een bepaald maximum mag worden geleend.

Als vergoeding voor dit doorlopende krediet wordt rente betaald. 
Een persoonlijke lening waarbij niet is afgesproken dat de lening voor een bepaalde datum moet worden afgelost.

 Ook wel 'rood staan' genoemd
NB rood staan = een negatief saldo op je betaalrekening.
hoger rentepercentage (tot wel 10%!)

Slide 19 - Slide

Studieschuld
studieschuld: lening bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor studie.............

Gemiddelde studieschuld bedraagt €25.000
elke 5 jaar renteaanpassing 
75% van de studenten heeft een lening bij DUO

gemakkelijk te verhogen en verlagen 
studenten kennen voorwaarden en regels onvoldoende 

Geen BKR-registratie van studieschuld, echter wel meegenomen in hoogte hypotheek lening

Slide 20 - Slide

maak in groepjes van 4 
3.35 a en b 

Lees eerst vanaf halverwege pag 46 over studieschuld.

Slide 21 - Slide

Zelf aan de slag!   

Lezen: paragraaf 3.3 soorten leningen
Maken: de vragen 3.30 tm 3.35
Hoe? In stilte.
Klaar? Begin dan met nakijken H3.

timer
10:00

Slide 22 - Slide

€ 50.000 lenen, 6% rente per jaar.
Aflossing hele bedrag na 20 jaar.
Wat is de rente per jaar
A
€ 3.000
B
€ 50.000
C
€ 30.000
D
€ 5.000

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je het terugbetalen van geleend geld?
A
rente
B
krediet
C
aflossen

Slide 24 - Quiz

Juist of Onjuist
Als je minderjarig bent, mag je geld bij de bank lenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

De ouders van Huseyin willen een nieuwe keuken. Omdat ze niet genoeg spaargeld hebben, lenen ze bij de bank € 6.000. Ze spreken af dat ze het geld in 36 maanden terugbetalen.
Bereken welk bedrag ze in totaal moeten terugbetalen.

Slide 26 - Open question

Mustafa is aan het sparen voor een scooter. Hij zet al het geld dat hij kan missen op een spaarrekening bij de bank, zodat het geld sneller aangroeit.
Welke twee redenen van sparen heeft Hakim?
A
sparen uit voorzorg en sparen voor een doel
B
Sparen voor de rente en sparen voor een doel
C
Sparen voor de rente en sparen uit voorzorg

Slide 27 - Quiz

Wat is rente? (lenen)
A
Een vergoeding omdat je geld van de bank leent
B
Een extra lening
C
Meer geld dat je ter beschikking hebt
D
Een bedrag dat je moet aflossen

Slide 28 - Quiz

Wat is een ander woord voor lenen.
A
krediet
B
reserveren
C
sparen

Slide 29 - Quiz

Juist of onjuist.
Het maandbedrag bij een lening bestaat uit rente en aflossing.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Huiswerk: 
volgende les
doornemen paragraaf 3.3
maken opdracht 3.30 tot en met 3.35
Pak je agenda!!

Slide 31 - Slide