5.4: Van goud naar zilver

H5: Een koning te rijk
5.4: Van goud naar zilver
1 / 49
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5: Een koning te rijk
5.4: Van goud naar zilver

Slide 1 - Slide


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Welk logo van een tijdvak hoort bij deze les?
A
Logo 1
B
Logo 2
C
Logo 3
D
Logo 4

Slide 2 - Quiz

De vorige les ging over de kunst in de Gouden Eeuw. Wat weet je nog? 

Slide 3 - Mind map

Aan het eind:
1. kun je de strijd tussen de staatsgezinden en de Oranjegezinden uitleggen;

2.
kun uitleggen waarom Engeland en Frankrijk met de Republiek in oorlog raakten; 

3. kun je uitleggen waarom de oorlogen van de Republiek leidden tot een vermindering van het succes van de handel.

+ weet je toe te lichten waarom jij wel/niet vindt dat Michiel de Ruyter een groot praalgraf heeft


Slide 4 - Slide

Wie is de baas? 
In 1648 sloot Nederland de Vrede van Munster met Spanje en werd daarmee een Republiek

De gewesten hadden daarvoor een nieuwe stadhouder (legeraanvoerder) aangesteld: Willem II. De stadhouder was altijd iemand uit de familie van Oranje

Willem II had ambities om de machtigste persoon van de Republiek te worden, maar hij overlijdt al in 1650. Acht dagen na zijn overlijden werd zijn zoon en opvolger Willem III geboren.
Willem II treedt op 14 jarige leeftijd in het huwelijk met de 9 jarige Maria Stuart

Slide 5 - Slide

Vlak voor zijn dood had Willem II een staatsgreep gepleegd. Hij had de Staten-Generaal onder druk gezet om zijn eigen zin door te drijven. Toen Willem II stief, wilden zijn tegenstanders graag de macht grijpen. 

De machtsstrijd in de Republiek ging dus tussen de volgende groepen:
  • Oranjegezinden zijn voor macht van de stadhouders (uit de familie van Oranje)
  • Staatsgezinden zijn regenten die zélf de macht willen

Voor de staatsgezinden begon dit conflict door de dood van Willem II direct met een overwinning. 
Oranjegezind tegen staatsgezind

Slide 6 - Slide

Willem III is natuurlijk veel te jong om te regeren. Hierdoor begon het stadhouderloze tijdperk. Dit zou duren tot 1672. 

Johan de Witt (1625-1672) is de raadspensionaris (een soort minister-president) en de belangrijkste adviseur van de Staten-Generaal (= parlement), een vereniging van belangrijke personen uit de gewesten. 

De raadspensionaris heeft de taak om raad en adviezen te geven aan de belangrijkste persoon in het land, de stadhouder



Johan de Witt

Slide 7 - Slide

Door de groeiende economie van de Republiek voelen Frankrijk en Engeland zich bedreigd. Engeland probeert via de Acte van Navigatie hun economie te beschermen. 

Hierdoor worden er verschillende oorlogen met Engeland gevoerd, de Engels-Nederlandse Zeeoorlogen. 

Onder leiding van zee-admiraal Michiel de Ruyter wint de Republiek een aantal zeeoorlogen tegen Engeland. 

Na de Tweede Engelse Zeeoorlog wordt de Vrede van Breda ondertekend. Met deze ondertekening wordt Suriname geruild met Nieuw-Amsterdam (huidige New York). 

Slide 8 - Slide


Klik op de afbeelding om groter te maken. Je ziet het officiële document van Acte van Navigatie uit 1651. Je hebt 4 soorten bronnen.
1. Geschreven bronnen zijn bronnen met tekst.
2. Ongeschreven bronnen zijn afbeeldingen of voorwerpen.
3. Primaire bronnen zijn bronnen die uit de tijd zelf komen. 
4. Secundaire bronnen komen van iemand uit een andere tijd.

De afbeelding hiernaast is een....

A
geschreven primaire bron
B
ongeschreven primaire bron
C
geschreven secundaire bron
D
ongeschreven secundaire bron.

Slide 9 - Quiz


In de geschiedenis zijn heel veel zaken voortdurend aan het veranderen. Deze veranderingen worden door historici (geschiedkundigen) bestudeerd en beschreven. 

Toch zijn er ook veel zaken die een korte of lange tijd hetzelfde bleven. Ook dit wordt onderzocht bij het vak geschiedenis. Het verschijnsel dat zaken hetzelfde blijven heet continuïteit.
Bij welke zin is sprake van continuïteit?
A
Door de Vrede van Munster (1648) is de Republiek ontstaan/ opgericht.
B
Er zijn nu geen gewesten meer, maar provincies.
C
Door de Vrede van Breda wordt in Suriname nu nog steeds Nederlands gesproken.
D
Bij geen van de genoemde zinnen is sprake van continuïteit

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video


Twee uitspraken:
1. 'Michiel de Ruyter is de allerbelangrijkste zeeheld uit de Gouden Eeuw die de Republiek heeft gekend!'. Deze zin is een feit (objectief) / mening (subjectief).
2.  De trailer van de film 'Michiel de Ruyter' uit 2015 geeft een betrouwbaar / onbetrouwbaar hoe Michiel de Ruyter vele zeeslagen won tegen Engeland.
A
1. objectief, 2. betrouwbaar
B
1. objectief, 2. onbetrouwbaar
C
1. subjectief, 2. betrouwbaar
D
1. subjectief, 2. onbetrouwbaar

Slide 12 - Quiz

Naast Engeland krijgt de Republiek ook oorlog met Frankrijk o.l.v. koning Lodewijk XIV. Frankrijk valt ons land aan met een enorm landleger. 

In 1672 krijgt Nederland te maken met oorlog tegen Frankrijk én Engeland. Dit wordt daarom het Rampjaar genoemd. Op zee biedt Michiel de Ruyter nog wat tegenstand. In Nederland breekt men de dijken door, zodat het Franse leger niet zomaar door kan wandelen. Maar in de winter vriest het...  

In het Rampjaar is het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos. Maar gelukkig smelt het ijs ook op tijd, waardoor het Franse leger niet de hele Republiek inneemt.

De roep naar een sterke leider uit de Oranje-familie wordt sterker en Johan de Witt krijgt de schuld van het Rampjaar. Hij wordt samen met zijn broer vermoord. 

De Gouden Eeuw eindigt met het Rampjaar. 
25 jaar later wordt Willem III van Oranje de nieuwe stadhouder. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
1. De afbeelding gaat over het Rampjaar. In de afbeelding is te zien een plan om de Engelse troepen / Franse troepen tegen te houden.

2. Het Rampjaar vindt plaats in 1672. Dit is de 16e eeuw / 17e eeuw. 
A
1. Engelse troepen, 2. 16e eeuw
B
1. Engelse troepen, 2. 17e eeuw
C
1. Franse troepen, 2. 16e eeuw
D
1. Franse troepen, 2. 17e eeuw

Slide 15 - Quiz

Sleep de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van vroeger naar later):
Engeland en de Republiek ondertekenen de Vrede van Breda.
Willem III van Oranje wordt de nieuwe stadhouder
Het Rampjaar (1672) vindt plaats.
Het Verdrag van Munster wordt ondertekend. 
De 80 jarige oorlog tussen de Republiek en Spanje gaat van start. 

Slide 16 - Drag question


Twee zinnen:
1. In het Rampjaar (1672) staat bewust / onbewust een groot deel van de Republiek onder water. 

2. Een bedoeld / onbedoeld gevolg van de ondertekening van de Vrede van Breda is dat met Engeland de stad Nieuw-Amsterdam (New York) wordt geruild met de kolonie Suriname. 
A
1. bewust, 2. bedoeld
B
1. bewust, 2. onbedoeld
C
1. onbewust 2. bedoeld
D
1. onbewust, 2. onbedoeld

Slide 17 - Quiz

Sleep de vier zinnen naar de juiste kolom:
oorzaak
gevolg
Een .....x..... van de Vrede van Breda is dat de Republiek de stad New York (Nieuw-Amsterdam) kwijtraakt. 
Een .....x.... van de Engelse-Nederlandse zeeoorlogen is de Akte van Navigatie. 
Wanneer stadhouder Willem II sterft aan de pokken, is zijn opvolger Willem III nog veel te jong om hem op te volgen. Een .....x.... is het stadhouderloze tijdperk. 
Een .....x..... van de moord op de gebroeders de Wit is het Rampjaar (1672)

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Video


Zet het levensverhaal van Michiel de Ruyter in de juiste tijdsvolgorde:
1. Michiel de Ruyter wandelt van Spanje naar de Republiek.
2. Michiel de Ruyter krijgt zijn eigen Vlaggenschip (de Zeven Provinciën) 
3. Michiel de Ruyter werkt bij een touwslagerij.
4. Michiel de Ruyter gaat mee met de aanval op Chatham (dichtbij Londen)
A
3 --> 4 --> 1 --> 2
B
3 --> 1 --> 2 --> 4
C
2 --> 1 --> 3 --> 4
D
3 --> 1 --> 4 --> 2

Slide 20 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Wat wordt uitgebeeld in de afbeelding?


A
De wandeltocht van Spanje naar de Republiek door Michiel de Ruyter
B
De aanval van het Franse landleger op de Republiek
C
De tocht naar Chatham
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 21 - Quiz


Wie bedacht de tocht naar Chatham?
A
Michiel de Ruyter
B
Johan van Oldenbarnevelt
C
Johan de Witt
D
Willem III

Slide 22 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Je ziet de spiegel van de Royal Charles, het spiegelschip van de Engelse vloot.
Dit is een...
A
geschreven primaire bron
B
ongeschreven primaire bron
C
geschreven secundaire bron
D
ongeschreven secundaire bron

Slide 23 - Quiz

Klik hiernaast op de afbeelding om in te zoomen.
Je ziet een bankbiljet van 100 gulden uit 1970, waarop Michiel de Ruyter staat.
Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.
Hierna: pollvraag 'M. de Ruyter wel/niet praalgraf verdiend?'
Waarderende vraag:
Beschrijvende vraag
Verklarende vraag:
Vergelijkende vraag:
Is de rol van Michiel de Ruyter in de geschiedenis echt zo groot dat hij een plek op een bankbiljet verdient? 
Hoeveel centimeter groot is de snor van Michiel de Ruyter op het bankbiljet? 
Welke overeenkomsten zijn te zien tussen een bankbiljet van 100 gulden en van 100 euro?
Waarom staat Michiel de Ruyter niet op een bankbiljet van 50 gulden, maar juist van 100 gulden?

Slide 24 - Drag question


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Je ziet het enorme praalgraf van Michiel de Ruyter in de Grote Kerk in Amsterdam. 
Vind jij dat Michiel de Ruyter een praalgraf heeft verdiend? 
Ja!
Nee!
Ik heb geen mening!

Slide 25 - Poll


Instagram!
Insta-posts zijn vaak kort. Vat deze les samen in een korte tekst, die je zomaar op insta had kunnen zetten. 

Slide 26 - Open question

Bedenk na afloop van deze les 3 toetsvragen die je docent zomaar kan gebruiken:

Slide 27 - Open question

1. kun je de strijd tussen de staatsgezinden en de Oranjegezinden uitleggen;

2.
kun uitleggen waarom Engeland en Frankrijk met de Republiek in oorlog raakten; 

3. kun je uitleggen waarom de oorlogen van de Republiek leidden tot een vermindering van het succes van de handel.



Leerdoelen-check! 

Slide 28 - Slide

Werktijd
Stap 1
Stap 2
Klaar? 

Lees de teksten van de paragraaf goed door. 

Stel jezelf de vraag: snap ik dit? 
Maak paragraaf 5.4: van goud naar zilver 
Nakijken via Tijd voor GS. 

Slide 29 - Slide

H5: Een koning te rijk
5.4: Van goud naar zilver

Slide 30 - Slide

Aan het eind:
1. kun je met enkele kenmerken het verloop van het Rampjaar (1672) te omschrijven;

2. weet je toe te lichten waarom jij wel/niet vindt dat Michiel de Ruyter een groot praalgraf verdiend;

3. Kun je uitleggen waarom jij een Staatsgezinde of een Oranjegezinde bent;

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link


Kijkvragen:
1. Welke rol speelt Johan de Witt in de 17e eeuw (> 4 zinnen)
2. Noem 1 verschil en 1 overeenkomst tussen Johan de Witt en onze huidige premier. (> 2 zinnen).
3. Wat zou jij gedaan hebben als jij in de positie van Johan de Witt zat? (> 3 zinnen)
+ Hoe zou de geschiedenis van Nederland mogelijk anders verlopen als Johan de Witt niet was vermoord? (> 2 zinnen.

Slide 33 - Open question


De bekeken aflevering is een beetje oud, want er werd verteld dat Beatrix onze koningin is. Maar dat is niet zo, ondertussen is Beatrix alweer opgevolgd door haar zoon, koning Willem-Alexander.
Doe eens een gokje, uit welk jaartal komt de aflevering?
A
2002
B
1996
C
2014
D
2020

Slide 34 - Quiz


Nederland heeft veel koningen en koninginnen gehad van de Oranje-familie.
Bij welk antwoord staan de koningen/ koninginnen in de juiste tijdsvolgorde (van vroeger naar later)?
A
Willem II --> Wilhelmina --> Juliana --> Beatrix
B
Willem I --> Wilhelmina --> Beatrix --> Juliana
C
Willem III --> Juliana --> Wilhelmina --> Willem Alexander
D
Geen van de genoemde antwoorden

Slide 35 - Quiz


Twee uitspraken:
1. 'Nu is Nederland een koninkrijk (monarchie), maar ruim 400 jaar geleden ons land een republiek'. Deze uitspraak is......

2. De aflevering ging zojuist terug naar het jaartal 1588. Dit is de 15e eeuw / 16e eeuw
A
1. juist, 2. 15 eeuw
B
1. juist, 2. 16e eeuw
C
1. onjuist, 2. 15e eeuw
D
1. onjuist, 2. 16e eeuw

Slide 36 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Je ziet ons land in 1588. Ons land heette de Republiek.
Hoe hoeveel gewesten (provincies) bestond toen de Republiek?
A
Vijf
B
Zeven
C
Negen
D
Twaalf

Slide 37 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Op de afbeelding worden Willem van Oranje in 1584 vermoord.
Wie is zijn opvolger?
A
Willem II
B
Wilhelmina
C
Johan de Witt
D
Er komt helemaal geen opvolger.

Slide 38 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen. Je ziet de schoten in de muur van de moord op Willem van Oranje in Delft.
Je hebt 4 soorten bronnen.
1. Geschreven bronnen zijn bronnen met tekst.
2. Ongeschreven bronnen zijn afbeeldingen of voorwerpen.
3. Primaire bronnen zijn bronnen die uit de tijd zelf komen.
4. Secundaire bronnen komen van iemand uit een andere tijd.
De resten van kogels in de muur is een voorbeeld van ......
A
een geschreven primaire bron
B
een ongeschreven primaire bron
C
geschreven secundaire bron
D
ongeschreven secundaire bron.

Slide 39 - Quiz


1. Een oorzaak / gevolg van de moord op Willem van Oranje is dat de Spaanse koning Filips II hem uit de weg wilde ruimen. 

2. Een oorzaak / gevolg van de moord op Johan de Witt is dat hij het landleger veel terrein verloop op bv de Fransen.
A
1. oorzaak, 2. oorzaak
B
1. oorzaak, 2. gevolg
C
1. gevolg, 2. oorzaak
D
1. gevolg, 2. gevolg

Slide 40 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Je ziet de raadspensionaris van de gewesten Holland en Zeeland vanaf 1588.
In dit jaar is de baas in de Republiek ....
A
een koning
B
meerdere regenten
C
een tsaar
D
een keizer

Slide 41 - Quiz


Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.
Waarom investeert raadspensionaris Johan de Witt veel geld in de zeevloot, maar niet in het landleger? Dit is een .....
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 42 - Quiz


Twee uitspraken:
1. Een oorzaak/ gevolg van het Rampjaar (1672) is dat Johan de Witt te weinig geld investeert in het landleger.
2. De zeevloot van de Republiek vecht in het Rampjaar (1672) op zee tegen Frankrijk / Engeland. 
A
1. oorzaak, 1. Frankrijk
B
1. oorzaak, 2. Engeland
C
1. gevolg, 2. Frankrijk
D
1. gevolg, 2. Engeland.

Slide 43 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen. Je ziet bovenin het kistje de tong van Johan de Witt. Je hebt 4 soorten bronnen.
 1. Geschreven bronnen zijn bronnen met tekst.
2. Ongeschreven bronnen zijn afbeeldingen of voorwerpen.
3. Primaire bronnen zijn bronnen die uit de tijd zelf komen.
4. Secundaire bronnen komen van iemand uit een andere tijd.

De tong van Johan de Witt is een voorbeeld van een.....
A
geschreven primaire bron
B
ongeschreven primaire bron
C
geschreven secundaire bron
D
ongeschreven secundaire bron

Slide 44 - Quiz


Tot 1795 is een koning of een koningin uit het Oranje-juist de leider van ons land.'
Welk land neemt de macht in 1795 over in ons land?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Duitsland
D
Geen van de genoemde landen is juist

Slide 45 - Quiz

Klik hiernaast op de afbeelding om in te zoomen.
Je ziet de moord op de gebroeders de Witt.
Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.
Hierna: 1 quizvraag
Waarderende vraag:
Beschrijvende vraag
Verklarende vraag:
Vergelijkende vraag:
In Den Haag staat een standbeeld van Johan de Witt, maar heeft hij eigenlijk wel een standbeeld verdiend? 
Op welke manier zijn de gebroeders de Witt uiteindelijk in 1672 gestorven? 
Welke overeenkomsten zijn te benoemen tussen Johan van Oldenbarneveldt en Johan de Witt?
Waarom greep de politie niet in toen de gebroeders de Witt door een massamenigte werden opgehangen?

Slide 46 - Drag question


Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.
Ben ik zelf fan van de Oranjefamilie (Oranje-gezind) of ben ik juist tegenstander van de Oranje-familie (Staatsgezind)? Dit is een ......
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 47 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

1. De kleuter bij de gele pijl is prins Willem III (van Oranje), hij is Staatsgezind / Oranje-gezind. 

2. 'Tot op de dag van vandaag zorgt het Oranje-huis ervoor dat ons land een koninkrijk is'. In deze zin is sprake van Verandering / Continuïteit 
Hierna: een sleepvraag
A
1. Staatsgezind, 2. Verandering
B
1. Staatsgezind, 2. Continuïteit
C
1. Oranje-gezind, 2. Verandering
D
1. Oranje-gezind, 2. Continuïteit

Slide 48 - Quiz

Sleep de vier zinnen naar de juiste kolom:
Staatsgezind 
Oranje-gezind
Johan de Witt
Johan van Oldenbarneveldt
Stadhouder Willem II
Prins Maurits
Willem van Oranje
Willem Alexander
Cornelis de Graaf (burgemeester Amsterdam)

Slide 49 - Drag question