This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Formatieve test H3 Water
Slide 1 - Slide
3.1 IJs, water en waterdamp
Slide 2 - Slide
Vast
Vloeibaar
Gas
Zeewater
Waterdamp
Rijp
Mist
Wolk
Stoom
IJsklontje
IJzel
Slide 3 - Drag question
Welke van de volgende vormen van water is vloeibaar?
A
Dauw
B
Sneeuw
C
Stoom
D
Wolk
Slide 4 - Quiz
Welke neerslag hoort bij welke afbeelding?
Rijp
Sneeuw
Regen
Dauw
IJzel
Hagel
Slide 5 - Drag question
Welke uitspraak over ijzel is waar?
A
IJzel bestaat uit kristallen.
B
IJzel is een vaste stof.
C
IJzel is een vloeistof.
D
IJzel is waterdamp.
Slide 6 - Quiz
Rijp en dauw zijn twee voorbeelden van neerslag. In welk antwoord staat de juiste fase voor beide?
A
Rijp en dauw zijn beide vast.
B
Rijp en dauw zijn beide vloeibaar.
C
Rijp is vast en dauw is vloeibaar.
D
Rijp is vloeibaar en dauw is vast.
Slide 7 - Quiz
IJs en water bestaat uit:
A
Dezelfde fase
B
Dezelfde stof
C
Dezelfde vorm
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 8 - Quiz
Als water kookt, ontstaat waterdamp en nevel. Op de foto is de plek waar veel waterdamp is aangegeven met de letter:
A
A
B
B
C
Zowel A als B
D
Geen van beide
Slide 9 - Quiz
Er bestaan zout-, suiker- en ijskristallen. Wat hebben deze kristallen met elkaar gemeen?
A
De kristallen bestaan uit dezelfde stof
B
De kristallen bestaan uit dezelfde grootte
C
De kristallen zijn steeds de vaste fase van de stof
D
De kristallen hebben een zeshoekige structuur
Slide 10 - Quiz
3.2 Temperatuur
Slide 11 - Slide
Hieronder zie je een vloeistof thermometer.
Zet de namen bij de juiste nummers
Schaalverdeling
Stijgbuis
Reservoir
Slide 12 - Drag question
Wat voor vloeistof wordt vaak gebruikt in een vloeistofthermometer?
A
Alcohol
B
Water
C
Kwik
D
Ruitenwisservloeistof
Slide 13 - Quiz
De vloeistof in een vloeistofthermometer...
A
Krimpt, als de temperatuur stijgt
B
Krimpt, als de temperatuur daalt
C
Zet uit, als de temperatuur stijgt
D
Zet uit, als de temperatuur daalt
Slide 14 - Quiz
Wat voor soort thermometer is dit?
A
Koortsthermometer
B
Vloeistofthermometer
C
Oventhermometer
D
Buitenthermometer
Slide 15 - Quiz
Sleep de temperatuurmetingen naar het juiste meetbereik in graden Celsius
-10 tot 100 °C
35 tot 42 °C
60 tot 300 °C
0 tot 1800 °C
Meten van de temperatuur
van je lichaam
Meten van de temperatuur
van een oven
Meten van de temperatuur
van lava uit
een vulkaan
Meten van de temperatuur van kokend water
Slide 16 - Drag question
Keran heeft op een thermometer zonder schaalverdeling het nulpunt (0 °C) en het honderdpunt (100 °C) aangegeven. De twee streepjes staan 10 cm uit elkaar. Als Keran zijn zelfgemaakte thermometer in water van onbekende temperatuur plaatst, stijgt de alcohol in de stijgbuis tot 4 cm boven 0 °C.
Wat is de temperatuur van het water?
A
20 °C
B
40 °C
C
60 °C
D
Dat kun je niet zeggen met de gegevens die je hebt
Slide 17 - Quiz
3.3 Veranderen van fase (en een beetje 3.4)
Slide 18 - Slide
Waterdamp is ...
A
Zichtbaar
B
Onzichtbaar
Slide 19 - Quiz
Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
vervluchtigen
smelten
stollen
rijpen
verdampen
Slide 20 - Drag question
Welke fase heeft het kaarsvet op plaats B?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 21 - Quiz
Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken
Slide 22 - Quiz
Welke fase heeft het water op plaats A?
A
Gas
B
Vast
C
Vloeibaar
Slide 23 - Quiz
In welke fase zit water bij mist?
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar
Slide 24 - Quiz
Welke fase heeft het water op plaats C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 25 - Quiz
Hoe noem je de streepjes en getallen die naast het glazen pijpje van een vloeistofthermometer staan?
A
de schaalverdeling
B
de stijgbuis
C
het reservoir
Slide 26 - Quiz
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)
Slide 27 - Quiz
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)
Slide 28 - Quiz
Bij de fase-overgang rijpen gaat water van ...
rijp
A
vast naar vloeibaar
B
gas naar vast
C
vloeibaar naar vast
Slide 29 - Quiz
Water verandert in ijs:
IJs verandert in water:
Waterdamp verandert in druppels:
water verandert in damp:
Condenseren
Bevriezen
Smelten
Verdampen
Slide 30 - Drag question
Stollen
Smelten
Vervluchtigen
Rijpen
Slide 31 - Drag question
Welke pijl hoort bij de fase-overgang condenseren?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 32 - Quiz
Welke pijl hoort bij de fase-overgang vervluchtigen?
A
1
B
2
C
5
D
6
Slide 33 - Quiz
Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Vervluchtigen
D
Rijpen
Slide 34 - Quiz
Dichte mist ontstaat als er veel waterdruppels in de lucht hangen. Na een heldere dag ontstaat er plotseling dichte mist. Wat kun je dan zeggen over de temperatuur?
A
Het is kouder geworden
B
De temperatuur is hetzelfde gebleven
C
Het is warmer geworden
Slide 35 - Quiz
Wat is de fase van water als het 65°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 36 - Quiz
Wat is de fase van water als het 105°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 37 - Quiz
Bekijk de grafiek hiernaast goed. Wat is het stolpunt van deze stof?
A
400 graden Celsius
B
250 graden Celsius
C
100 graden Celsius
D
Kun je niet zeggen
Slide 38 - Quiz
Kwik heeft een smeltpunt van -39°C en een kookpunt van 357°C. Welke fase heeft kwik als het 30 °C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 39 - Quiz
Kwik heeft een smeltpunt van -39°C en een kookpunt van 357°C. Bij welke temperatuur is kwik een gas?
A
-40°C
B
-38°C
C
356°C
D
358°C
Slide 40 - Quiz
Aluminium heeft een smeltpunt van 660 °C en een kookpunt van 2467 °C. Welke fase heeft aluminium bij 100 °C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 41 - Quiz
Welke onderdelen gingen goed en welke vond je het lastigste?
Kijk de filmpjes van de voor jou lastigste paragrafen. Deze vind je op de volgende slides.
Slide 42 - Slide
Paragraaf 1
Ijs, water en waterdamp
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Video
Paragraaf 2
Temperatuur
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Video
Paragraaf 3
Veranderen van fase
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Video
Vóór de toets kun je de test-jezelf's maken om te checken of je na het kijken van het filmpje en het extra oefenen de theorie goed begrijpt.
De test jezelf's vind je in het online boek.
--> magister --> leermiddelen --> nova --> hoofdstuk 3.