19/11, Zakelijke brief

Nederlands, periode II
weekplanning
maandag: grammatica
dinsdag: zakelijke brief
woensdag/donderdag 23 november: grammatica

Neem elke les je leesboek mee!
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands, periode II
weekplanning
maandag: grammatica
dinsdag: zakelijke brief
woensdag/donderdag 23 november: grammatica

Neem elke les je leesboek mee!

Slide 1 - Slide

planning
dinsdag 19 november:

1. Lezen: 15 min

2. theorie zakelijke brief

3. klassikaal opdrachten maken en bespreken


Slide 2 - Slide

Pak je boek: lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Slide

leerdoelen
1. Je kent de opbouw van een zakelijke brief;

2. Je weet wanneer je een zakelijke brief schrijft.

Slide 4 - Slide

Hoe schrijf je een zakelijke brief?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

stap 3b
Noteer het onderwerp waar je brief over gaat:

Betreft: aanschaf nieuwe I-phone

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

opdracht I:
Zet in de goede volgorde:

1. adresgegevens ontvanger
2. Betreft:
3. Plaats, datum
4. Geachte heer, mevrouw
5. adresgegevens zender

Slide 16 - Slide

opdracht 2:
Schrijf een brief aan de heer Harmsen. Je brief gaat over ideeën om aan sponsoren te komen voor de nieuwe voetbalclub. Het adres van het secretariaat is Postbus 34 in jouw woonplaats, de postcode is 8392 XZ. Je schrijft de brief op 12 november 2024.

Slide 17 - Slide

opdracht 3:
Je zou op excursie gaan, maar helaas: te weinig aanmeldingen. Je hebt alleen na vier weken nog steeds je geld niet terug. Schrijf een brief aan: De Franse Sprong, Weteringschans 12, 1000 AJ Amsterdam. De brief is bestemd voor de afdeling Klantenservice. Je doel is duidelijkheid krijgen over een bedrag dat je nog terugkrijgt van een excursie die geannuleerd is. Je schrijft de brief op 11 november 2024.

Slide 18 - Slide

opdracht 4:
Afgelopen week heb je een poster gezien van Sanquin: de bloedbank, die als
doel heeft om mensen over te halen vrijwillig bloed te gaan geven. Je hebt op die poster gelezen dat donorbloed zieken en gewonden weer kans op een gezond en gelukkig leven geeft.
Je vindt dat je eigenlijk iets voor je medemens moet doen en daarom besluit je om informatie aan te vragen bij de bloedbank.

Schrijf een brief naar de landelijke bloedbank Sanquin, Postbus 1543, 1095 AN Korenvaart.

LET OP: Schrijf alleen het eerste gedeelte van de brief (tot aan de aanhef). De inhoud hoeft nog niet.

Slide 19 - Slide

voorbeeld
Suzanne Ruitenberg
Ridderspoor 5
3812 AD Amersfoort

Sanquin
Postbus 1543
1095 AN Korenvaart

Amersfoort, 12november 2024

Betreft: informatie bloed geven

Geachte heer, mevrouw,

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

leerdoelen
1. Je kent de opbouw van een zakelijke brief;

2. Je weet wanneer je een zakelijke brief schrijft.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Wanneer schrijf je een zakelijke brief?
A
Als je je ouders iets wilt zeggen
B
Als je je vrienden wat wilt vragen
C
Nooit
D
Als je iemand die je niet kent iets wilt zeggen of vragen

Slide 40 - Quiz

Waar begin je een zakelijke brief mee?
A
Je eigen naam en adres
B
Naam en adres van de geadresseerde
C
Onderwerp
D
Datum

Slide 41 - Quiz

Je spreekt iemand in een zakelijke brief aan met:
A
je
B
u

Slide 42 - Quiz

zakelijke brief

Slide 43 - Mind map

Persoonlijke brief:  afsluiting

Persoonlijke brief:  aanhef
Zakelijke brief: afsluiting
Zakelijke brief: aanhef

Slide 44 - Drag question

maken:
NN, thema C, blz. 173+174

opdracht 2

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

leerdoelen
1. Je weet de opbouw van een zakelijke brief;
2. Je weet wanneer je een zakelijke brief schrijft;
3. Je kent de conventies die bij een zakelijke brief horen.

Slide 47 - Slide

huiswerk
NN, thema C, opdracht 4+5

Slide 48 - Slide