2021 Werkwoordspelling H5 en H6 2HA-klas

Werkwoordspelling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

H5: PV in samengestelde zinnen.


Er zijn zinnen met één persoonsvorm (enkelvoudige zinnen) en zinnen met meer persoonsvormen (samengestelde zinnen).

Slide 2 - Slide

Welke drie manieren ken je om de persoonsvorm te vinden in een zin?

Slide 3 - Open question

PV vinden?
1. tijd veranderen
2. enkelvoud/meervoud
3. zin vragend te maken

Slide 4 - Slide

Hoe vind je de pv in een samengestelde zin?
*Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen.
*De werkwoorden waarbij dat kan, zijn persoonsvormen, de andere werkwoorden zijn infinitief (hele werkwoord), voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord.
Let op: de zin vragend maken is bij samengestelde zinnen geen goede manier om de persoonsvormen te vinden; je vindt er dan namelijk maar één.

Slide 5 - Slide

Als de marathonlopers straks ....(finishen), ....(worden) zij door het publiek onder luid applaus ....(binnenhalen).

Slide 6 - Open question

Als de marathonlopers straks finishen, worden zij door het publiek onder luid applaus binnengehaald.

Slide 7 - Slide

Tijdens de training (houden) Carla zich straks in, want ze (willen) haar krachten(sparen).
A
houd - wil - sparen
B
hield - wilde - sparen
C
houdt - wil - sparen
D
houd- wilde - sparen

Slide 8 - Quiz

Wat aardig dat je me je hulp (aanbieden), nu ik die zo goed (kunnen) (gebruiken).
A
aanbied - kan - gebruiken
B
aanbiedt - kan - gebruiken
C
aanbood - kan - gebruikten
D
aanbiedt - kun - gebruiken

Slide 9 - Quiz

Toen de kinderen gisteren vanuit hun boomhut de buurman stiekem (bespieden), (zien) ze dat hij zich verdacht (gedragen).
A
bespiedden - zagen - gedroeg
B
bespieden - zagen - gedroeg
C
bespieden - zag - gedraagde
D
bespiedden - zagen - gedraagde

Slide 10 - Quiz

H6 pv tt of vd?
Soms klinken de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) 2e en 3e persoon enkelvoud en het voltooid deelwoord (vd) van een werkwoord hetzelfde, maar schrijf je ze anders: 
verdient, besteedt (pvtt) en 
verdiend, besteed (vd). 
Dit speelt bij zwakke werkwoorden waarvan de letter voor de uitgang -en niet in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p zit: verdienen, besteden.

Slide 11 - Slide

Hoe schrijf je dit?
Zet de zin die je wilt maken, eerst in een andere tijd. 
Een persoonsvorm verandert dan (betaalt → betaalde; gelooft → geloofde), een voltooid deelwoord niet (is betaald, was betaald; heeft geloofd, had geloofd).

Slide 12 - Slide

En dan...
Bepaal daarna de juiste spelwijze:
– Spel een pvtt 2e en 3e persoon enkelvoud als ik-vorm + t (behalve als je/jij achter de pv staat):
Kees betaalt zijn rekeningen altijd meteen.
– Gebruik de pvvt om de laatste letter van een voltooid deelwoord te bepalen:
betalen → betaalde → Heb jij deze rekening al betaald?

Slide 13 - Slide

Deze riante villa wordt al jaren door de werkloze Joris bewoond/bewoont, wat velen verbaasd/verbaast.
A
bewoont - verbaast
B
bewoond -verbaast
C
bewoond - verbaasd
D
bewoont - verbaasd

Slide 14 - Quiz

Toen de laborante was bedwelmd/bedwelmt door het ontsnapte gas, werd zij onmiddellijk beademd/beademt door een toegesnelde collega.

A
bedwelmt - beademt
B
bedwelmd - beademt
C
bedwelmt - beademt
D
bedwelmd - beademd

Slide 15 - Quiz

Als jij echt zo veel verdiend/verdient, kan ons uitje toch wel door jou worden bekostigd/bekostigt?
A
verdient - bekostigt
B
verdiend - bekostigd
C
verdient - bekostigd
D
verdiend - bekostigt

Slide 16 - Quiz