‘Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel, en zo allen te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood.’
De schrijver van dit stuk stelt dat iedereen bang is voor de dood en dat dit een soort slaaf van je maakt.
1. Kun je daar concrete voorbeelden van geven?
2. Ook stelt de schrijver dat Jezus ervoor zorgt dat je niet meer bang hoeft te zijn voor de dood en je daarom dus ook geen slaaf meer bent. Geldt dit ook voor jou? Zo ja, kan je uitleggen hoe Jezus jou bevrijdt van deze angsten?