2 maart 2021 (2)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Reminder: afspraken in de online lessen

1. Thuis heb je een rustige werkplek, het liefst aan een tafel of bureau.

Op deze werkplek heb je plaats voor je chromebook, je boeken, etui en ruimte om te

schrijven.

2. Je volgt al je lessen volgens je lesrooster.

3. Je logt op tijd in bij elke les, net als je docent.

Je zet je camera aan en je microfoon uit, tenzij je docent je iets vraagt.

4. Je bent de hele les ingelogd, tenzij de docent een andere instructie geeft.

5. Je neemt actief deel aan de lessen.

6. Je maakt je opdrachten en huiswerk zoals dit wordt opgegeven door de docent.

7. Je houdt je in de lessen aan alle geldende afspraken.

Today 

1. Rewind vorige les

2. Herhaling 'future tense'

3. Work

4. Rounding off.

1. Je kunt de toekomende tijd met 'will' en 'to be going to' maken.

2. Je oefent nog eens extra met de grammatica van unit 4.

3. Je weet aan welke onderdelen je nog extra aandacht moet besteden. 

1. Rewind first lesson

* werkles

* self test: grammar E/F/G

Poll: future tense

'I will do my homework next time',
is een voorbeeld van:

1. Een voorspelling
2. Een belofte
3. Een spontaan besluit

'We will visit Mars in 2035',
is een voorbeeld van:

1. Een voorspelling
2. Een belofte
3. Een spontaan besluit

'I will join you in 5 minutes.',
is een voorbeeld van:

1. Een voorspelling
2. Een belofte
3. Een spontaan besluit

Maak deze zin ontkennend (-):
'We will visit Mars in 2035'.

'We are going to go to Italy this summer', is een voorbeeld van:

1. Een voorspelling waarvoor je bewijs hebt.
2. Iets dat gepland is.

'Look at those clouds! It is going to rain!', is een voorbeeld van:

1. Een voorspelling waarvoor je bewijs hebt.
2. Iets dat gepland is.

Je gebruikt de toekomende tijd (future tense) met 'will' als...

(neem over in je schrift)

1. Je een belofte doet over de toekomst.
   
   

• 'I will do my homework next time'
• (-) I won't do my homework next time'. 

  2.  Je een voorspelling           doet over de                         toekomst. (Waarvoor 

       geen bewijs is)

• ' We will visit Mars in 2035 '
• (-) We won't visit Mars in 2035'. 

Let op! (1)

• Je gebruikt altijd 'will' + hele werkwoord:
• In het Nederlands vertaal je will  met zal / zullen

Je gebruikt de toekomende tijd (future tense) met 'to be going to' als...

(neem over in je schrift)

1. Je iets gepland hebt voor de toekomst.
   
   

• 'We are going to go to Italy this summer.'
• (-) We aren't going to go to Italy this summer'. 

  2.  Je een voorspelling           doet over de                         toekomst, waar je               bewijs voor hebt.

•  It is going to rain.'
• (-) It isn't going to rain. 

Let op! (1)

• Je gebruikt altijd 
  am / is  óf are +
  going to + hele ww
• In het Nederlands vertaal je 'to be going to' met ga / gaan / gaat

Bonusvraag!
Hoe weet je of je 'am, are' of 'is' moet gebruiken?

Let op! (2)

Als je iemand iets aanbiedt,

gebruik je 'shall' + hele ww

'Shall we go in 5 minutes?'

'Shall I help you?'

Work!

Unit 4:

Flashback: grammar, exc. 3A t/m 8

Tip:

Gebruik je aantekeningen & boek. Kijk de filmpjes in Classroom.

Klaar?

Start met de andere opdrachten uit de flashback (unit 4)

* Je blijft tot het einde van de les in de meet. 

* We sluiten de les samen af. 

Een van de doelen was: 'Je kunt de future tense met 'will' en 'to be going to' maken'. Hoe goed lukt dat na deze les?

😒🙁😐🙂😃