Bespreken Self-test

Today
  1. WRTS time
  2. Homework check
  3. Rewind: herhaling future tense & comparisons
  4. (Home)work
  5. Looking back. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Today
  1. WRTS time
  2. Homework check
  3. Rewind: herhaling future tense & comparisons
  4. (Home)work
  5. Looking back. 

Slide 1 - Slide


Aan het einde van deze les...
  1. .. weet je hoe je de future tense gebruikt
  2. .. weet je hoe je de trappen van vergelijking gebruikt
  3. .. heb je extra geoefend met de stof van unit 4

Slide 2 - Slide

timer
5:00

Slide 3 - Slide

2. Homework check

Homework was:
  • self-test, unit 4 (online)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

'I will do my homework next time',
is een voorbeeld van:
A
Een voorspelling
B
Een belofte
C
Een spontaan besluit

Slide 6 - Quiz

'We will visit Mars in 2035',
is een voorbeeld van:
A
Een voorspelling
B
Een belofte
C
Een spontaan besluit

Slide 7 - Quiz

'I will join you in 5 minutes.',
is een voorbeeld van:
A
Een voorspelling
B
Een belofte
C
Een spontaan besluit

Slide 8 - Quiz

Maak deze zin ontkennend (-):
'We will visit Mars in 2035'.

Slide 9 - Open question

'We are going to go to Italy this summer', is een voorbeeld van:
A
Een voorspelling waarvoor je bewijs hebt.
B
Iets dat gepland is.

Slide 10 - Quiz

'Look at those clouds! It is going to rain!', is een voorbeeld van:
A
Een voorspelling waarvoor je bewijs hebt.
B
Iets dat gepland is.

Slide 11 - Quiz

Je gebruikt de toekomende tijd (future tense) met 'will' als...

  1. Je een belofte doet over de toekomst.

  • 'I will do my homework next time'
  • (-) I won't do my homework next time'. 
  2.  Je een voorspelling           doet over de                         toekomst. (Waarvoor 
       geen bewijs is)

  • ' We will visit Mars in 2035 '
  • (-) We won't visit Mars in 2035'. 
Let op! (1)
  • Je gebruikt altijd 'will' + hele werkwoord:
  • In het Nederlands vertaal je will  met zal / zullen

Slide 12 - Slide

Je gebruikt de toekomende tijd (future tense) met 'to be going to' als...

  1. Je iets gepland hebt voor de toekomst.

  • 'We are going to go to Italy this summer.'
  • (-) We aren't going to go to Italy this summer'. 
  2.  Je een voorspelling           doet over de                         toekomst, waar je               bewijs voor hebt.

  •  It is going to rain.'
  • (-) It isn't going to rain. 
Let op! (1)
  • Je gebruikt altijd 
    am / is  óf are +
    going to + hele ww
  • In het Nederlands vertaal je 'to be going to' met ga / gaan / gaat

Slide 13 - Slide

Bonusvraag!
Hoe weet je of je 'am, are' of 'is' moet gebruiken?

Slide 14 - Open question

Let op! (2)
Als je iemand iets aanbiedt,
gebruik je 'shall' + hele ww

'Shall we go in 5 minutes?'
'Shall I help you?'

Slide 15 - Slide

Comparisons 
In het Nederlands noemen we ze trappen van vergelijkingen.
Gebruik: Om mensen of dingen te beschrijven
Je vergelijkt ze met elkaar. 
Comparative: Vergrotende trap
  Superlative: Overtreffende trap. 
C
B
A
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.

Slide 16 - Slide

Comparisons 
Woorden van 1 lettergreep/syllable:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
the oldest

Slide 17 - Slide

Comparisons 
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more 
- Superlative: most
expensive
more expensive
the most expensive

Slide 18 - Slide

Uitzonderingen 

Slide 19 - Slide

Wanneer het woord eindigt op:
-e? → alleen -r of -st
 close-closer-closest
korte klinker? → verdubbelt medeklinker
 big-bigger-biggest
medeklinker + -y? → -ier of -iest
 dry-drier-driest

Slide 20 - Slide

Onregelmatige vormen 
good-better-best

bad - worse - worst 

much/many - more - most 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

5. (Home)work

Friday, March 3rd
Maken:
  • Unit 4: catch up
    onderdeel grammar (online

Leren:

  • Checkbook unit 3 (p.167-p.173 book A)
  • Checkbook unit 4 (p.160-p.166 book B)


Friday, March 10th
Skills test unit 3&4



  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Tijd tot afsluiting van de les.
  • Muziek mag
  • Klaar? Dan leren via WRTS (linkje in Classroom)

Slide 23 - Slide

Hoe goed snap je de future tense?
010

Slide 24 - Poll