3.2 De nieuwe kaart van Europa

3.2 De nieuwe kaart van Europa
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 De nieuwe kaart van Europa

Slide 1 - Slide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- Waardoor staten in Europa uiteenvallen en nieuwe staten ontstonden.
- Hoe de communisten de macht grepen in Rusland.

- Hoe de Sovjet-Unie ontstond en een totalitaire dictatuur werd. 

Slide 2 - Slide

Wat weet jij eigenlijk van het Communisme?

Slide 3 - Mind map

Nederland speelde een belangrijke rol tijdens de eerste wereldoorlog
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat is de directe oorzaak van de eerste wereldoorlog
A
Nationalisme
B
Militarisme
C
De moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije
D
De wapenwedloop

Slide 5 - Quiz

Nieuwe staten
  • Geallieerden sloten vredesverdrag met Duitsland
  • 1919: Verdrag van Versailles
  • Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse rijk vielen uiteen
  • Volken wilden een eigen staat -> nationalisme
  • Joegoslavië: Kroatië, Servië en Bosnië
  • Deel Ottomaanse rijk werd Turkije

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Verliezers
" Na de Eerste wereldoorlog sloten de overwinnaars met Duitsland het verdrag van Versailles. Duitsland werd gestraft. Oostenrijk(-Hongarije) en het Ottomaanse rijk vielen uiteen en er ontstonden nieuwe staten"

Slide 8 - Slide

Verdrag van Versailles

Duitsland was de boeman uit de Eerste Wereldoorlog en moest gestraft worden
Afspraken:
  • Inleveren kolonies
  • Leger van max. 100.000 mannen
  • Herstelbetalingen
  • Duitsland moest land afgeven aan Frankrijk en Polen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Communisten
  • Voedseltekorten zorgden voor stakingen en demonstraties
  • Oorlog tegen Duitsland ging slecht. Soldaten sloten zich aan bij demonstranten
  • Tsaar (Russische vorst) trad af
  • Oktober 1917: Staatsgreep Lenin
  • Burgeroorlog gewonnen door Lenin

Slide 11 - Slide






In juli 1918 worden tsaar Nicolaas II (Keizer van Rusland) en zijn gezin
op brute wijze vermoord door de communisten

Slide 12 - Slide

Dictatuur in Rusland
  • Onder leiding van Lenin werd Rusland een dictatuur (alleenheerschappij).
  • Het communistische regime (ondemocratische regering) verbood alle andere partijen en onderdrukte de bevolking met terreur (bangmakerij met geweld).
  • Tegenstanders werden in concentratiekampen gevangen gezet of vermoord. 
  • Lenin werd opgevolgd door Stalin. Hij was een nóg strengere dictator. Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire staat: waarin de overheid de samenleving volledig wilde beheersen.

Slide 13 - Slide

In een dictatuur hebben meerdere mensen de macht
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Lenin: 1917 - 1924
Stalin: 1928 - 1953

Slide 16 - Slide

Jozef Stalin
  • Jozef Stalin wint machtsstrijd --> concurrenten werden vermoord
  • 1928: invoering planeconomie 
  • Totalitaire dictatuur:
  1. Leiderschapsverheerlijking
  2. Censuur (Controlerende macht overheid)
  3. Propaganda (communicatiemiddel om mening van het volk te beïnvloeden)
  4. Terreur (bangmaken met geweld)
  • Tegenstanders in goelags

Slide 17 - Slide


Planeconomie


  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
  • De staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.

Slide 18 - Slide




  • Exacte aantallen zijn onbekend, maar tussen 1936 en 1950 zijn vermoedelijk 12 miljoen mensen om het leven gekomen in de goelags.

  • Meestal als gevolg van de vreselijke omstandigheden, een combinatie van: honger, kou en zware lichamelijke inspanning

Slide 19 - Slide


Goelag

Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.

Veel van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden

Slide 20 - Slide

Navalny
...een strafkamp waar o.a. Navalny (politieke tegenstander van Poetin) zit opgesloten. 

Slide 21 - Slide

Begrippen uit deze les
  • concentratiekamp
  • communist
  • dictatuur
  • dictator
  • planeconomie

Slide 22 - Slide

Begrippen uit deze les
  • radicaal
  • regime
  • terreur
  • totalitair
  • nationalisme 

Slide 23 - Slide

S.O. (Schriftelijke overhoring):
Volgende week:
S.O. over paragraaf
3.1 en 3.2 


Begrippen en wie, wat, waarom belangrijk!


Slide 24 - Slide

Huiswerk
3.2 De nieuwe kaart van Europa
Vraag 1, 2, 3, 5

Slide 25 - Slide