Leesvaardigheid 4M

                                    Lire 4M
1 / 46
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with text slides.

Items in this lesson

                                    Lire 4M

Slide 1 - Slide

Stappenplan leesvaardigheid:

Slide 2 - Slide

Dus...
  • 1. Titel + afbeeldingen + wat voor soort tekst?
  • 2.  Inleiding, slot, tussenkopjes, eerste en laatste regel per alinea.
  • 3. Lees nu pas de rest van de tekst.

Slide 3 - Slide

Stel jezelf de volgende vragen:
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?
  • Hoe 

Slide 4 - Slide

Bron A
  • Multiple Choice vragen.  


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Bron B
  • Fait divers
  • Hoofdgedachtevraag 

Slide 8 - Slide

Dus...
  • Bekijk de tekst: titel, subtitel, plaatjes.
  • Lees de vraag.
  • Lees het betreffende tekstgedeelte.
  • Vergeet (streep weg) opsommingen, citaten, en voorbeelden.
  • Nu houd je de hoofdgedachte over!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bron C
  • Teksten waarin jongeren hun mening geven.

Slide 12 - Slide

Dus...
  • Teksten waarin jongeren hun mening geven  "skim" je.
  • Alleen snel en globaal lezen.
  • Titel afbeelding tussenkopjes.
  • Eerste en laatste zin van de alinea lezen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Bron D

Slide 16 - Slide

Bron E

Slide 17 - Slide

Bron F
  • Twee redenen!
  • Onthoud goed waar je vaak antwoorden kunt vinden ;-)

Slide 18 - Slide

Bron F

Slide 19 - Slide

Bron G
Langere teksten:

Slide 20 - Slide

Bron G

Slide 21 - Slide

Bron H: signaalwoorden!!!

Slide 22 - Slide

Bron I: tekstdoelen

Slide 23 - Slide

Bron I: 

Slide 24 - Slide

Voorbeeld conclusievraag:

Slide 25 - Slide

Juist/onjuist vraag: 2 pnt

Slide 26 - Slide

Bron J: Formuleringsvraag

Slide 27 - Slide

Bron K: woordenboek

Slide 28 - Slide

Woordenboekgebruik:
  • Werkwoorden
  • Hele werkwoord opzoeken!
  • Bijvoeglijk naamwoorden
  • Mannelijk enkelvoud opzoeken!
  • Altijd enkelvoud opzoeken!
  • Meerdere betekenissen?
  • Let op dat je de goede betekenis gebruikt. 

Slide 29 - Slide

Bron L: Open vragen

Slide 30 - Slide

Open vragen
  • Lees goed wat er van je gevraagd wordt!
  • Vraag NE > antwoord NE
  • Vraag FA > antwoord FA

Slide 31 - Slide

Bron M: signaalwoorden
L
Leer de 
signaalwoorden
uit je examen-
vocabulaire of 
van bladzijde 
163 van je
werkboek.

Signaalwoorden leiden vaak naar het antwoord op een examenvraag.

Tekst

Slide 32 - Slide

Bron N: Oefenen met vragen
Leer de vragen van 
bladzijde 142-143!!!

Dit scheelt je veel tijd
tijdens het maken van teksten.

Slide 33 - Slide

Bron O: vraagwoorden
  • Wie?
  • Qui
  • Wat
  • Qu'est-ce que, quoi
  • Waar 
  • Où 

Slide 34 - Slide

Bron O: vraagwoorden
  • Wanneer
  • Quand
  • Waarom
  • Pourquoi
  • Hoe
  • Comment

Slide 35 - Slide

Bron P: 
  • Titel, plaatje, inleiding. 
  • Eerste en laatste regel alinea 1 > antwoord.

Slide 36 - Slide

Bron P: examenvragen
  • Vraag in het Nederlands: antwoord in het Nederlands! 
  • Eerste regel na de vraag: antwoord.

Slide 37 - Slide

Bron P: examenvragen
  • Juist/onjuist 3 vragen: 
  • 3 goed = 2 punten
  • 2 goed = 1 punt
  • 1 goed = 0 punten

Slide 38 - Slide

Bron Q: examenvragen
  • Altijd eerst titel, inleiding, plaatjes.
  • Wat betekent de vraag? = basiskennis P.  142
  • Eerste en laatste regel alinea > antwoord.

Slide 39 - Slide

Bron Q: examenvragen
  • Er wordt om de eerste twee woorden gevraagd! 
  • Schrijf de woorden uit de tekst op, dus de Franse woorden.
  • Houd je aan de opdracht. 
  • Hiervoor lees je heel de alinea tot je het juiste antwoord tegenkomt.

Slide 40 - Slide

Bron Q: examenvragen
  • Juist/onjuist 3 vragen: 
  • 3 goed = 2 punten
  • 2 goed = 1 punt
  • 1 goed = 0 punten

Slide 41 - Slide

Bron R: examenvragen
  • Qu'est-ce qui est vrai selon le premier alinéa?
  • Vraag is basiskennis P142
  • Selon = belangrijk woord!!!
  • Eerste regel, laatste regel = antwoord

Slide 42 - Slide

Bron R: examenvragen
  • Vraag = basiskennis P 142
  • Voor deze vraag moet je heel de alinea lezen om tot het goede antwoord te komen. 

Slide 43 - Slide

Bron S: examenvragen
  • Juist/Onjuist twee vragen?
  • 2 antwoorden goed = 1punt
  • 1 antwoord goed = 0 punten 
  • Voor juist/onjuist vragen lees je de hele alinea

Slide 44 - Slide

Bron S: examenvragen
  • Vragen zijn basiskennis P142

Slide 45 - Slide

Les devoirs pour jeudi:
  • à apprendre: Alle examenvocabulaire FA-NE
  •  à faire: PQRS

Slide 46 - Slide