09-01-2024 H2A gram aanw. vnw

Bonjour à tous!

Telefoon in de telefoontas
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour à tous!

Telefoon in de telefoontas

Slide 1 - Slide




Vous avez passé de bonnes vacances?

Slide 2 - Slide

Donderdag 25 jan in de toetsweek
Proefwerk ABCD chapitre 3

- Voca A + B  -> p.128  (F-NL / NL-F)
- Phrases-clés C -> p.130  (F-NL / NL-F)
- Grammaire D (aanwijzend vnw) -> p.131
-Werkwoord être, avoir en aller -> p.165
- Werkwoorden op -er -> p.163 

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui:
- Grammaire
- Au travail!

Slide 4 - Slide

Prends le livre à la page 110
Lees de grammatica in stilte door

Slide 5 - Slide

In het Nederlands
Aanwijzende voornaamwoorden in het Nederlands zijn:
- Deze
- Die
- Dit
- Dat

Slide 6 - Slide

In het Frans
In het Frans zijn er geen vertalingen voor deze, die, dit of dat.  

De aanwijzende voornaamwoorden in het Frans:
Ce, cet, cette, ces

  -> Het ligt aan het zelfstandig naamwoord welke je moet gebruiken

Slide 7 - Slide

Hoe weet je dan welke je moet gebruiken?
Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud -> ce 
Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud dat begint met een klinker of 'h'-> cet
Zelfstandig nw vrouwelijk enkelvoud -> cette
Zelfstandig nw meervoud -> ces
    m
      v
  enk
 ce, cet
  cette
   mv
   ces
   ces

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
    m
      v
  enk
 ce, cet
  cette
   mv
   ces
   ces
Le garçon -> ce garçon
L'hôtel -> cet hôtel
La pizza -> cette pizza
Les élèves -> ces élèves

Slide 9 - Slide

Exercice
               

          J'aime ______ bonbons.
            il a réparé ______ vélo. (m)
 Tu veux acheter ______ voiture? (v)
     _____ ami s'appelle Michel.


    m
      v
  enk
 ce, cet
  cette
   mv
   ces
   ces
timer
2:30
Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in. 
Je mag overleggen. We bespreken de opdracht over 2,5 minuut.

Slide 10 - Slide

Au travail!
Fais exercice 6, 17d, 18a, 18b

Klaar? -> Ga leren voor het proefwerk
- Voca A + B -> p.128 (F-NL / NL-F)
- Phrases-clés C -> p.130 (F-NL / NL-F)
- Grammaire D (aanwijzend vnw) -> p.131
-Werkwoord être, avoir, aller en ww's op -er -> p.165

Slide 11 - Slide