Herhaling thema 4

Herhaling thema 4
stevigheid en beweging

Basisstof 1 t/m 5
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling thema 4
stevigheid en beweging

Basisstof 1 t/m 5

Slide 1 - Slide

Leerdoelen basisstof 4.1
  • Je kent de delen van het lichaam.
  • Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
  • Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen basisstof 4.2
  • Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen basisstof 4.3
  • Je kunt vier beenverbindingen beschrijven.
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven .
  • Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen basisstof 4.4
  • Je kunt de werking van spieren beschrijven.
  • Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen.


Slide 5 - Slide

Leerdoelen basisstof 4.5
  • Je weet dat spieren sterker worden door training.
  • Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid.

Slide 6 - Slide

Stelling:
In de romp kun je de ribbenkast vinden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Welke vier functies heeft het skelet?

Slide 8 - Open question

Het bot dat in je bovenbeen zit is:
A
Het scheenbeen
B
Het dijbeen
C
Het opperarmbeen
D
Het kuitbeen

Slide 9 - Quiz

Botweefsel bevat:
A
Alleen veel kalkstof
B
Alleen veel lijmstof
C
Kalkstof en een klein beetje lijmstof
D
Lijmstof en een klein beetje kalkstof

Slide 10 - Quiz

De botten van de persoon op de foto bevatten:
A
Evenveel lijmstof dan de botten van een baby
B
Meer lijmstof dan de botten van een baby
C
Minder lijmstof dan de botten van een baby

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je de verbinding die ontstaat wanneer de fontanellen van een jong kind dichtgroeien?
A
Naadverbindingen
B
Vergroeide verbindingen
C
Gewrichten
D
verbindingen met kraakbeen

Slide 12 - Quiz

Welke drie typen gewrichten zijn er?

Slide 13 - Open question

Wat is een antagonistisch paar?
A
Een bot en een spier samen
B
Twee spieren met dezelfde werking
C
De twee botten van een gewricht
D
Twee spieren met een tegengestelde werking

Slide 14 - Quiz

De spieren van je slokdarm kun je bewust bewegen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wanneer doe je een cooling-down?
A
Voor het sporten
B
Tijdens het sporten
C
Na het sporten
D
Dat maakt niet uit

Slide 16 - Quiz

Welke beweging maak jij vaak die RSI zou kunnen veroorzaken?

Slide 17 - Open question