Werkwoordspelling

Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij de tegenwoordige en verleden tijd?

Slide 4 - Mind map

De juffen fietsen naar school.
Wat is de persoonsvorm? ..............................
Wat is de stam of ik-vorm in TT? ...............................
Wat is de hij-vorm in TT? ...........................................
Wat is de wij-vorm in VT? .......................................
Wat is de ik-vorm in VT? ............................................
Wat is het voltooid deelwoord? .......................................





Slide 5 - Slide

De mannen verven de muur.
Blauw: 
Roze:
Geel:
Bruin:
Groen:
Oranje: 
        

Slide 6 - Slide

Wat is de ik-vorm en hij-vorm TT van 'werken'.

Slide 7 - Open question

Wat is de wij-vorm VT en het voltooid deelwoord van 'wandelen'.

Slide 8 - Open question

Werkwoorden speeddate
Speeddate-stand
Ronde 1: links QuizCoach, rechts speler
Ronde 2: links speler, rechts QuizCoach

Slide 9 - Slide

We koken met de oven.
Blauw:
Roze:
Geel:
Bruin:
Groen:
Oranje:

Slide 10 - Slide

Snappet spelling doelles:

Tegenwoordige tijd: # 61, 64, 66
Verleden tijd: # 84, 86, 88
Voltooid deelwoord: # 98, 104

Klaar? - Codekleurwerkblad tegenwoordige tijd
- Codekleurwerkblad verleden tijd

Slide 11 - Slide