1.4 Les woensdag 9 maart

In welk marktvorm functioneert Transavia?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Heterogeen oligopolie
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

In welk marktvorm functioneert Transavia?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Heterogeen oligopolie

Slide 1 - Quiz

Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoonnetwerken?
A
Oligopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Volkomen concurrentie

Slide 2 - Quiz

Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Maastricht?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 3 - Quiz

Wat voor een marktvorm past bij de bloemenveiling?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 4 - Quiz

Welke marktvorm kent een klein aantal aanbieders (die het grootste gedeelte van de markt in handen hebben?)
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 5 - Quiz

Bij welke marktvorm zal een prijsdaling het grootste effect hebben op de afzet?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie

Slide 6 - Quiz

Een prijsverhoging door een oligopolist zal een grotere daling van de afzet tot gevolg hebben dan een prijsverhoging door een monopolist.

Waarom is dat zo?
- Een oligopolist is net als een monopolist een prijszetter
- Bij een prijsverhoging gaan de vragers niet alleen minder producten vragen, maar kunnen ook naar andere aanbieders gaan die de prijs niet verhoogd hebben

Slide 7 - Slide

Door een prijsverhoging lokt een oligopolist toetreding uit. Nieuwe aanbieders komen op de markt en het totale aanbod in de markt neemt toe. De prijs en de winst zullen dalen.






 In figuur 23 zie je daarom dat de prijsafzetlijn van de oligopolist minder steil verloopt dan die van een monopolist. Een prijsverhoging heeft een grote afzetdaling tot gevolg.

Slide 8 - Slide

GEEN kenmerk van de marktvorm volkomen concurrentie is ...
A
veel aanbieders
B
heterogeen product
C
vrije toe- en uittreding
D
transparante markt

Slide 9 - Quiz

De kans op een kartel is bij een oligopolistische marktvorm veel groter dan bij volkomen concurrentie.

A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 10 - Quiz

Deze marktvorm(en) kent/kennen een transparante markt
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie

Slide 11 - Quiz

Deze marktvorm(en) kent/kennen een heterogeen product
A
oligopolie
B
monopolistische concurrentie
C
monopolie
D
volkomen concurrentie

Slide 12 - Quiz

Deze marktvorm(en) kent/kennen moeilijke toetreding
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie

Slide 13 - Quiz

welke prijs hoort bij maximale omzet?
A
7
B
5
C
50
D
30

Slide 14 - Quiz

vaste kosten € 13.500,-
variabele kosten € 14,-
verkoopprijs € 27,50
A
De break-even afzet € 100,-
B
De break-even afzet is 100
C
De break-even afzet is € 800,-
D
De break-even omzet is € 27.500,-

Slide 15 - Quiz