In het Nederlands: Vragen maken met zijn
Kijk even naar de volgende zinnetjes:
Ik ben blij. - Ben ik blij?
Hij is boos. -Is hij boos?
Wij zijn verdwaald. - Zijn wij verdwaald?
Zij zijn moe. - Zijn zij moe?
Jullie zijn vrolijk. - Zijn jullie vrolijk?
Wat valt je op?