Oefentoets 1 Weer en klimaat

Oefentoets 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefentoets 1

Slide 1 - Slide

Weer en klimaat zijn niet hetzelfde. Noem twee verschillen tussen beiden. Denk erom dat je een volledig antwoord geeft.

Slide 2 - Open question

Benoem de weerelementen die in de bron staan.

Slide 3 - Open question

In de bron staat de klimaatgrafiek die telt voor heel Nederland. Leg uit dat een klimaatgrafiek van Groningen en die van Maastricht er anders uit zullen zien. Wat veranderd er, en waarom?

Slide 4 - Open question

Wat voor klimaat heeft Nederland? En geef ten minste 2 kenmerken

Slide 5 - Open question

Welke vier klimaatfactoren zijn er?

Slide 6 - Open question

Lees de bron hiernaast. Neem je namen over en zet achter de naam juist of onjuist.

Slide 7 - Open question

De seizoenen in Nederland
Zet de foto's bij het juiste seizoen

Slide 8 - Drag question

We kennen verschillende manieren hoe neerslag kan ontstaan. Leg uit welke drie er zijn en teken een kleine tekening van deze drie in je schrift en upload deze.

Slide 9 - Open question

Landschappen en klimaten
Landschappen met klimaat(grafieken) matchen, hoe doe je dat?


Slide 10 - Slide

Klimaatkaarten aflezen
Isotherm = Lijnen die plaatsen met een gelijke temperatuur met elkaar verbindt


Slide 11 - Slide

LET OP! Weerkaarten aflezen
Cijfertjes
Hectopascal = meten van luchtdruk

1013 = gemiddelde
alles boven 1013 is hoge druk
alles beneden 1013 is lage druk

Isobar = lijn die plaatsen met gelijke luchtdruk verbind

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Sleep de hoge- en lage luchtdruk naar de juiste plek op de weerkaart
Hoge luchtdruk
Lage luchtdruk

Slide 14 - Drag question

Waar zal het in Nederland het hardste waaien?
N - O - Z - W

Slide 15 - Open question

Wat kan je zeggen over de bewolkingsgraad in Europa? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open question

Ontstaat doordat zonnestralen hier schuin op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een groot oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar door erg laag. 
Ontstaat door een tekort aan neerslag. In deze gebieden valt steeds minder neerslag doordat lucht daalt en opwarmt. 
Ontstaat doordat zonnestralen hier loodrecht op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een klein oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar ongeveer 25 graden Celsius. Er valt veel neerslag. 
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat

Slide 17 - Drag question

Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied

Slide 18 - Drag question

Woestijn klimaat
Tropisch regenwoud klimaat
Gematigd zeeklimaat

Slide 19 - Drag question

Welke landschap zal ik Spanje met de klimaatverandering toenemen? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open question