toetsstof ATV 1

toetsstof ATV 1
vwo 5
1 / 53
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

toetsstof ATV 1
vwo 5

Slide 1 - Slide

Spelling

Slide 2 - Slide

wat is correct?
A
anti-aanbaklaag
B
antiaanbaklaag

Slide 3 - Quiz

Wat is juist?
A
havo-leerling
B
havoleerling

Slide 4 - Quiz

Wat is juist?
A
vwo-student
B
vwostudent
C
vwo'student

Slide 5 - Quiz

Wat is juist?
A
vanille yoghurt
B
vanille-yoghurt
C
vanilleyoghurt

Slide 6 - Quiz

Wat is juist?
A
kant en klaar maaltijd
B
kant- en klaar-maaltijd
C
kant-en-klaar-maaltijd
D
kant-en-klaarmaaltijd

Slide 7 - Quiz

Wat is juist?
A
anti Amerikaans
B
anti-Amerikaans
C
antiAmerikaans

Slide 8 - Quiz

Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Laat weg wat je kunt weglaten.
hardhouten kozijnen en hardhouten deuren

Slide 9 - Open question

Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Laat weg wat je kunt weglaten.
inkoop en verkoop

Slide 10 - Open question

Schrijf zo kort mogelijk.
keel arts, oor arts en oo garts

Slide 11 - Open question

Wat is juist?
A
associeren
B
associëren

Slide 12 - Quiz

Wat is juist?
A
audicien
B
audiciën

Slide 13 - Quiz

Wat is juist?

A
officieel / officiële
B
officiëel / officiële
C
officiëel / officiele
D
officieel / officiele

Slide 14 - Quiz

Wat is juist?
A
gelinieerd
B
geliniëerd
C
ge-linieerd

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?
(De jongen heet Xavi.)
A
Xavis tas
B
Xavi's tas
C
Xavies tas
D
Xavie's tas

Slide 16 - Quiz

Wat is juist?
A
a propós
B
à propos
C
à propös
D
a própós

Slide 17 - Quiz

Wat is juist?
A
maitresse
B
maìtresse
C
maîtresse
D
maítresse

Slide 18 - Quiz

Wat is juist?
A
crepe
B
crëpe
C
crèpe
D
crêpe

Slide 19 - Quiz

Zijn de getallen juist geschreven?
Tijdens het 16e jubileum waren er 90 mensen aanwezig.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Zijn de getallen juist geschreven?
Ik wil op 30 september 15 kilo kaas kunnen ophalen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

We kochten eieren op de markt, maar de ... bleken kapot.
A
meeste
B
meesten

Slide 22 - Quiz

Mevrouw Dennert was een van de ... op de introductiedag.
A
eerste
B
eersten

Slide 23 - Quiz

Onder de toeschouwers hadden zich ... ... relschoppers gemengd.
A
enkelen / tientallen
B
enkele / tientalle
C
enkele / tientallen
D
enkelen / tientalle

Slide 24 - Quiz

Wat is juist?
A
begroeing
B
begroeiing
C
begroeïng

Slide 25 - Quiz

Wat is juist?
A
identiteit
B
indentiteit

Slide 26 - Quiz

Wat is juist?
A
paralelen
B
parallelen
C
paralellen
D
parallellen

Slide 27 - Quiz

Wat is juist?
A
product
B
produkt

Slide 28 - Quiz

Wat is juist?
A
ter elfder ure
B
te elfder ure
C
te elfder uren
D
ten elfder ure

Slide 29 - Quiz

Wat is juist?
A
ten allen tijden
B
te alle tijde
C
te allen tijde
D
te alle tijden

Slide 30 - Quiz

Woordenschat

Slide 31 - Slide

Wat is het synoniem van opzienbarend (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 32 - Open question

Wat is het synoniem van tientallen (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 33 - Open question

Wat is het synoniem van kanttekeningen (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 34 - Open question

Wat is het synoniem van toekomstig (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 35 - Open question

Wat is het synoniem van stigma(dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 36 - Open question

Wat is het synoniem van puur (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 37 - Open question

Wat is het synoniem van volkerenmoord (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 38 - Open question

Wat is de tegenstelling van geaccentueerd (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 39 - Open question

Wat is de tegenstelling van steunen (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 40 - Open question

Wat is de tegenstelling van onwillekeurig (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 41 - Open question

Wat is de tegenstelling van onethisch (dat je in dit hoofdstuk geleerd hebt)?

Slide 42 - Open question

Is suggestieve juist gebruikt? Ik wens niet in te gaan op deze suggestieve opmerkingen.
A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quiz

Is in de arm nemen goed gebruikt? Ik heb besloten een advocaat in de arm te nemen in deze zaak.
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quiz

Is optiek hier goed gebruikt? Ik ga naar de optiek om mijn bril te vervangen.
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quiz

Is blootleggen juist gebruikt? Ik hou er niet van als kleding je helemaal blootlegt.
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quiz

Formuleren

Slide 47 - Slide

Juist of onjuist? De leerlingen uit vwo 5 zijn vandaag aan het leren, ze hebben morgen twee toetsen.
A
juist
B
onjuist

Slide 48 - Quiz

Juist of onjuist? Hoewel de leerlingen uit vwo 5 soms protesteren. Doen ze wel goed hun best.
A
juist
B
onjuist

Slide 49 - Quiz

Juist of onjuist? Op dit eiland hebben vakantiegangers vaak zon, maar hebben ze in hun eigen land met slecht weer te maken.
A
juist
B
onjuist

Slide 50 - Quiz

Vanaf 2014 begon de bevolking weer te groeien en bereikte die een top in 2023.
A
juist
B
onjuist

Slide 51 - Quiz

Ik raad je aan om je woordenschat goed te leren, want anders gaan jullie morgen de mist in.
A
juist
B
onjuist

Slide 52 - Quiz

Veel leerlingen zien het nut van goed leren wel in, maar de eigenwijze leerling mag best wat meer doen.
A
juist
B
onjuist

Slide 53 - Quiz