What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
toetsstof hoofdstuk 1 en 2 Nieuw Nederlands H3
toetsstof hoofdstuk 1 en 2
Nieuw Nederlands H3
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Secondary Education
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
toetsstof hoofdstuk 1 en 2
Nieuw Nederlands H3
Slide 1 - Slide
Woordenschat
Slide 2 - Slide
Koning, keizer, admiraal, Popla kennen ze allemaal.
A
opsomming
B
drieslag
C
omgekeerde climax
D
climax
Slide 3 - Quiz
Thomas was geërgerd, nee, boos, nou, eigenlijk woedend!
A
climax
B
drieslag
C
omgekeerde climax
D
opsomming
Slide 4 - Quiz
Wat is de betekenis van riskant? Geef het synoniem dat je hebt geleerd.
Slide 5 - Open question
volkeren
bijdragen aan
middelen
bezorgen
populaties
bevorderen
voorzieningen
verschaffen
Slide 6 - Drag question
Wat is de betekenis van 'beoogde'?
A
misbruikte
B
bedoelde
C
deskundige
D
openbare
Slide 7 - Quiz
Die kleding is niet bedoeld voor een volslank figuur.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement
D
climax
Slide 8 - Quiz
Juf Van Reenen weet wel iets van Nederlands.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
omgekeerde climax
D
understatement
Slide 9 - Quiz
mogelijk
vervorming
middelen
verminderen
potentieel
verbastering
temperen
allesbehalve
Slide 10 - Drag question
Verzadigd goed gebruikt?
Hij eet net zo lang, totdat hij helemaal verzadigd is.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
wind
best
dank
geld
een uur in de ... stinken
zijn stinkende ... doen
stank voor ...
... stinkt niet
Slide 12 - Drag question
Ik moet me voor de toets van Nederlands helemaal kapot leren.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement
D
climax
Slide 13 - Quiz
Grammatica
zinsdelen
Slide 14 - Slide
Bijvoeglijke bijzin?
Jongens die voetballen, schijnen lang niet altijd sportief te zijn.
A
die voetballen
B
schijnen lang niet altijd
C
sportief te zijn
Slide 15 - Quiz
Bijvoeglijke bijzin?
Deze toets, die slechts 60 minuten duurt, is goed te doen.
A
deze toets
B
die slechts 60 minuten duurt
C
is goed te doen
Slide 16 - Quiz
De zon, die vandaag volop schijnt, trekt veel mensen naar het terras in Otrobanda.
A
bijv.bep= die vandaag volop schijnt
B
bijv.bep=trekt veel mensen
C
bijv.bep= naar het terras
D
bijv.bep=in Otrobanda
Slide 17 - Quiz
In de mediatheek kun je spannende boeken en films lenen.
Samentrekking op ...niveau?
A
woord
B
woordgroeps
C
zins
Slide 18 - Quiz
Ik hou van aqua- en zeeblauw.
Samentrekking op ...niveau?
A
woord
B
woordgroeps
C
zins
Slide 19 - Quiz
Decklan is heel grappig en heel enthousiast.
Samentrekking op ...niveau?
A
woord
B
woordgroeps
C
zins
Slide 20 - Quiz
Wie nooit lacht, heeft weinig plezier in zijn leven.
Wie =
A
betr.vnw
B
betr.vnw m.i.a.
C
onb.vnw
D
aanw.vnw
Slide 21 - Quiz
Sofia is supergezellig, ... ik erg leuk vind.
A
dat
B
wat
Slide 22 - Quiz
Iedereen heeft zin in de vakantie!
iedereen =
A
aanw.vnw
B
betr.vnw
C
pers.vnw
D
onb.vnw
Slide 23 - Quiz
Morgen wordt het heel warm!
het =
A
bep.lw
B
pers.vnw
C
onbep.vnw
D
onbep.lw
Slide 24 - Quiz
Als je een positieve instelling hebt, dan wordt iets al snel leuker dan gedacht.
je =
A
pers.vnw
B
bez.vnw
C
onbep.vnw
D
aanw.vnw
Slide 25 - Quiz
Correct begrensd?
Ik heb erg veel zin in frietjes. Omdat ik nu trek heb in iets lekkers.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
Correct begrensd?
Ik moet nog flink gaan leren voor Nederlands, ik wil een voldoende halen.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Wat is juist?
A
buggy'tje
B
buggytje
Slide 28 - Quiz
Wat is juist?
A
dressboy's
B
dressboys
Slide 29 - Quiz
Wat is juist?
A
draaiing
B
draaïïng
Slide 30 - Quiz
Welke woordenreeks is juist gespeld?
A
analyseren, documentaire, onmiddelijk
B
analiseren, dockumentaire, onmiddelijk
C
analyseren, documentaire, onmiddellijk
D
analiseren, documentaire, onmidellijk
Slide 31 - Quiz
Wat is juist
A
asyl
B
biscuit
C
macaronie
D
ponnie
Slide 32 - Quiz
De ... waren al om negen uur binnen en hebben de marathon binnen de tijd gelopen!
A
eerste
B
eersten
Slide 33 - Quiz
... van de hapjes waren niet zo lekker.
A
Enkele
B
Enkelen
Slide 34 - Quiz
Ik heb nu al ... keren gezegd dat ik vind dat je je huiswerk moet maken, zuchtte zijn moeder.
A
tientalle
B
tientallen
Slide 35 - Quiz
Welke woordenreeks is juist gespeld?
A
aplaudiseren, repertoaire, kampagne
B
applaudisseren, repertwoir, kampagne
C
applaudisseren, repertoire, kampagne
D
applaudisseren, repertoire, campagne
Slide 36 - Quiz
Hij ... de grootste sportclub van het eiland.
A
leid
B
leidt
C
lijd
D
lijdt
Slide 37 - Quiz
... je broer van chocolade?
A
Houd
B
Houdt
Slide 38 - Quiz
Ik heb voor een tweede keer met hem (afspreken).
A
afspreekt
B
afgespreekt
C
afgesprookt
D
afgesproken
Slide 39 - Quiz
Ik heb echt enorm trek in ... kippenpoten.
A
gebakte
B
gebakten
C
gebakken
D
gebaken
Slide 40 - Quiz
More lessons like this
Spelling Hoofdstuk 5
January 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secondary Education
Spellingstrategie
September 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Quiz Nederlands 5de jaar
April 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling 4, 5 en 6
February 2022
- Lesson with
23 slides
Other languages
Secondary Education
Zaterdag 9 maart 2024 VO2 - Engelse werkwoorden + spreekwoorden/uitdrukkingen/gezegden
March 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Secondary Education
Les 3: Engelse werkwoorden
October 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
herhaling alle colleges
January 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
University