Veiligheid, Gevaar en Vuchtaanduidingen

Veiligheid, Gevaar en Vuchtaanduidingen

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat veiligheid, gevaar en vluchtaanduidingen inhouden en hoe ze toegepast kunnen worden.

Wat weet je al over veiligheid, gevaar en vluchtaanduidingen?

Wat is veiligheid?

Veiligheid betekent dat je beschermd bent tegen gevaar en dat je jezelf en anderen niet in gevaar brengt.

Wat is gevaar?

Gevaar is een situatie of object dat schade, letsel of verlies kan veroorzaken.

Soorten gevaar

Er zijn verschillende soorten gevaar, zoals fysiek gevaar (bijvoorbeeld vuur), chemisch gevaar (bijvoorbeeld giftige stoffen) en biologisch gevaar (bijvoorbeeld ziekteverwekkers).

Vluchtaanduidingen

Vluchtaanduidingen zijn symbolen of borden die aangeven waar de nooduitgangen zich bevinden en welke richting je moet volgen tijdens een evacuatie.

Voorbeelden van vluchtaanduidingen

Voorbeelden van vluchtaanduidingen zijn groene bordjes met witte pijlen die naar de nooduitgang wijzen, en pictogrammen die de locatie van brandblussers en EHBO-kits aangeven.

Hoe te handelen in geval van nood

In geval van nood moet je rustig blijven, de vluchtaanduidingen volgen, anderen waarschuwen en naar de aangewezen veilige locatie gaan.

Oefening: Vluchtroute plannen

Laat de leerlingen in groepen een vluchtroute plan uittekenen voor een specifieke locatie, waarbij ze rekening houden met de vluchtaanduidingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.