This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vooroordelen
Slide 1 - Slide
Wat zijn vooroordelen?
Slide 2 - Slide
vooroordeel
Heb je een vooroordeel? Dan heb je een mening of idee over iemand, zonder te weten of het eigenlijk klopt.
Slide 3 - Slide
In deze les...
ontdek je of wat jij denkt over mensen eigenlijk wel klopt. Dat is handig om te weten, want je eerste indruk is niet altijd juist.
Slide 4 - Slide
Na deze les...
Kun je:
• uitleggen wat een vooroordeel is;
• uitleggen wat een feit is;
• vooroordelen die jij hebt herkennen.
Slide 5 - Slide
En heb jij een vooroordeel?
Laten we dat eens testen.
Slide 6 - Slide
tests.quest.nl
Slide 7 - Link
lessen.tumult.nl
Slide 8 - Link
Bekijk de volgende foto's
Slide 9 - Slide
Dit meisje zit op vioolles.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Deze jongen leest heel veel boeken.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Dit meisje is heel sportief.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Deze jongen heeft weinig vrienden.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Kun je op basis van een foto of eerste indruk weten hoe iemand is?
Slide 14 - Slide
Lees de volgende uitspraken en kies een antwoord.
Slide 15 - Slide
Docenten zijn mensen die lesgeven.
A
feit
B
vooroordeel
Slide 16 - Quiz
Surinamers kunnen goed dansen.
A
feit
B
vooroordeel
Slide 17 - Quiz
Jongens die op jongens vallen noem je homo’s.
A
feit
B
vooroordeel
Slide 18 - Quiz
Marokkaanse meisjes dragen een hoofddoek.
A
feit
B
vooroordeel
Slide 19 - Quiz
Waarom niet alles wat jij over iemand denkt klopt.
Slide 20 - Slide
Vooroordeel ...?
Als je iemand voor het eerst ziet, denk je vaak meteen iets over die persoon.
Je denkt bijvoorbeeld: die jongen is
vast sportief.
Of: dat meisje heeft zeker niet zoveel vriendinnen. Dat noem je een vooroordeel.
Je denkt dan iets over iemand, zonder dat je die persoon kent.
Slide 21 - Slide
Voorbeelden van vooroordelen:
• Jongens zijn brutaal.
• Meisjes kunnen niet voetballen.
Slide 22 - Slide
Vaak hebben mensen vooroordelen over andere groepen. Bijvoorbeeld over vluchtelingen, homo’s of ouderen.
Ze denken dan bijvoorbeeld dat alle vluchtelingen arm zijn. Dat alle homo’s zich vrouwelijk gedragen. Of dat alle ouderen eenzaam zijn. Maar dat is natuurlijk niet zo.
Slide 23 - Slide
... of een feit
Een vooroordeel is niet gebaseerd op feiten. Een feit is namelijk iets wat echt waar is.
Dat kun je zien of meten. Vooroordelen zijn meestal niet waar. Dus wat jij denkt over een persoon die je niet kent, klopt vaak niet.
Slide 24 - Slide
Voorbeelden van feiten:
• Jongens ontwikkelen zich anders dan meisjes.
• Er zitten meer jongens op voetbal dan meisjes.
Slide 25 - Slide
Aan de slag
Maak de opdrachten d en e op het blad.
Bij opdracht c vind je de verschillende groepen waaruit je kunt kiezen.