Taalkundig ontleden: bijvoeglijk naamwoord

Taalkundig ontleden: 
Bijvoeglijke naamwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Taalkundig ontleden: 
Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
- Na deze les weet je wat de kenmerken van het bijvoeglijk naamwoord zijn.
- Na deze les kun je bijvoeglijke naamwoorden aanwijzen in een zin.

Slide 2 - Slide

Wat weet je over het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Mind map

Bijvoeglijk naamwoord:
- Afkorting: bn
- Woorden die iets zeggen over een zelfstandig naamwoord
- Kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan (Jan is een aardige jongen. Die jongen is aardig.)
- Stoffelijke en gewone bijvoeglijke naamwoorden

Slide 4 - Slide

Hoeveel bijvoeglijke naamwoorden zitten er in de volgende zin?: Dat blauwe snoepje is vies!
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 5 - Quiz

Maak zelf een zin met daarin twee bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil tussen een gewoon en een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Slide 7 - Open question

Stoffelijk versus gewoon:
- Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden geven aan waarvan iets gemaakt is (materiaal)
- Gewone bijvoeglijke naamwoorden noemen een eigenschap van iets (kleur, grootte...)

Slide 8 - Slide

Maak een zin met daarin een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:

Slide 9 - Open question

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord
rood
het
Jannes
filteren
gebeurd
muziek
een
wollen

Slide 10 - Drag question

Ik kan nu bijvoeglijke naamwoorden benoemen in een zin.
Ja, dat kan ik!
Dat lukt meestal wel.
Dat kan ik nog niet.

Slide 11 - Poll

Keuze uit:
- Extra uitleg vragen
- Werken aan de weektaak
- Extra oefenen op www.jufmelis.nl of www.cambiumned.nl 
- Verrijking met "Opstromen" in Op Niveau

Slide 12 - Slide