Les 8 - Economie en financiën

Economie en financiën
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Economie en financiën

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Dimensies
  • Uitleg economie en financiën
  • Quiz!
  • Bezig met de opdracht

Slide 2 - Slide

Portfolio inleveren
Over 3 weken moet het portfolio af en compleet zijn.

Wat willen jullie nog graag behandelen?

Slide 3 - Slide

Doelen
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen inkomsten en uitgaven.

Je kunt inkomsten en uitgaven opzoeken en benoemen

Je weet hoe je jouw studiefinanciering kunt bekijken en wat hier bij hoort.

Slide 4 - Slide

Dimensie: Economie en financiën

Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij
economie en financiën?

Slide 6 - Mind map

Inkomsten en uitgaven
Wat zijn dat?

Slide 7 - Slide

Wat zijn voor jou
inkomsten?

Slide 8 - Mind map

Wat zijn voor jou
uitgaven?

Slide 9 - Mind map

Wat gebeurt er als je uitgaven hoger zijn dan je inkomsten?

Slide 10 - Slide

Wat verandert er aan je inkomsten en uitgaven als je 18 wordt?

Slide 11 - Open question

Wat verandert er als je 18 wordt?

Je moet zorgverzekering betalen
Je kunt toeslagen ontvangen: zorgtoeslag, huurtoeslag
Ben je verantwoordelijk voor het betalen van je schoolgeld

Slide 12 - Slide

Studiefinanciering

Basisbeurs = Gift
Aanvullende beurs = Ligt aan inkomen ouders
Studentenreisproduct = Gift


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Quizzzzz
Hoeveel weet jij over financiën?

Slide 16 - Slide

Een basisbeurs voor niveau 1 en 2 is:
A
Een lening
B
Een gift
C
Een lening met rente

Slide 17 - Quiz

Een ............... is in Nederland verplicht
A
Basisbeurs
B
Reisverzekering
C
Zorgverzekering
D
Motorverzekering

Slide 18 - Quiz

Welk onderdeel (van studiefinanciering) is afhankelijk van het inkomen van je
ouders?
A
Basisbeurs
B
Lening
C
Studenten OV
D
Aanvullende beurs

Slide 19 - Quiz

Als je 18 wordt dan kun je ............. krijgen.
A
Zorgtoeslag
B
Huurtoeslag
C
Kinderopvangtoeslag

Slide 20 - Quiz

Hoe duur is een Swapfiets?
A
€ 19,70
B
€ 16,80
C
€ 18,90
D
€ 17,95

Slide 21 - Quiz

Als je een woning huurt heb je contact met een ............
A
Hypotheek
B
Huurbaas
C
Bank

Slide 22 - Quiz

Alles wat er in een maand uit gaat noemen we ..........
A
Uitgaven
B
Inkomsten
C
Toeslagen
D
Schulden

Slide 23 - Quiz

Begroting invullen
En vragen opdracht Teams invullen

Slide 24 - Slide

Doelen
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen inkomsten en uitgaven.

Je kunt inkomsten en uitgaven opzoeken en benoemen

Je weet hoe je jouw studiefinanciering kunt bekijken en wat hier bij hoort.

Slide 25 - Slide