This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H3 water
Slide 1 - Slide
Welke afkorting gebruikt men om de vaste fase mee uit te drukken?
A
V
B
L
C
S
D
G
Slide 2 - Quiz
Welke afkorting gebruikt men om de vloeibare fase mee uit te drukken?
A
V
B
L
C
S
D
G
Slide 3 - Quiz
Wat moet er op de plaats staan van nummer 4?
A
Smelten
B
Stollen
C
Verdampen
D
Condenseren
Slide 4 - Quiz
Wat moet er op de plaats staan van nummer 2
A
Smelten
B
Stollen
C
Verdampen
D
Condenseren
Slide 5 - Quiz
Wat moet er op de plaats staan van nummer 3?
A
Smelten
B
Stollen
C
Verdampen
D
Condenseren
Slide 6 - Quiz
Wat moet er op de plaats staan van nummer 2?
A
Sublimeren
B
Stollen
C
Rijpen
D
Condenseren
Slide 7 - Quiz
Wat moet er op de plaats staan van nummer 1?
A
Sublimeren
B
Stollen
C
Rijpen
D
Condenseren
Slide 8 - Quiz
Wat moet er op de plaats staan van nummer 6?
A
Smelten
B
Stollen
C
Condenseren
D
Verdampen
Slide 9 - Quiz
In welke fase bevindt water zich als het hagelt?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 10 - Quiz
In welke fase bevindt water zich bij mist?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 11 - Quiz
In welke fase bevindt een wolk zich?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 12 - Quiz
In welke fase bevindt water zich bij een stralend blauwe hemel zonder wolken? Zie B
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 13 - Quiz
Hoe noem je de faseovergang waarbij water in slootjes in de winter veranderen in ijs?
Slide 14 - Open question
Hoe noem je de fase-overgang waarbij de hoeveelheid water in je pan steeds minder wordt tijdens het verhitten van het water?
A
Koken
B
Vervluchtigen
C
Verdampen
D
Condenseren
Slide 15 - Quiz
Hoe noem je de fase-overgang waarbij stukken chocolade vloeibaar worden in een pan?
A
Stollen
B
Sublimeren
C
Verdampen
D
Smelten
Slide 16 - Quiz
Hoe noem je de fase-overgang waarbij er een waas op een bril ontstaat wanneer iemand die een bril draagt uit de koude buitenlucht de warmte van een huiskamer binnen stapt?
A
Condenseren
B
Sublimeren
C
Verdampen
D
Stollen
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je de fase-overgang waarbij water in gasvormige fase afkoelt tot ijzige aanslag op gras, bomen en planten?
A
Rijpen
B
Stollen
C
Sublimeren
D
Condenseren
Slide 18 - Quiz
Hoe noem je de fase-overgang waarbij de regendruppels soms direct vast worden bij aanraking van een ijskoude ondergrond in de winter?
A
Stollen
B
Vervluchtigen
C
Verdampen
D
Condenseren
Slide 19 - Quiz
Hoe noem je de fase-overgang waarbij een meteoriet (vast stuk gesteente) inslaat op de aarde en volledig wordt omgezet tot gas?
A
Stollen
B
Condenseren
C
Rijpen
D
Sublimeren
Slide 20 - Quiz
Hoe noem je de fase-overgang waarbij water in gasvormige fase afkoelt tot ijzige aanslag op gras, bomen en planten?
A
Rijpen
B
Stollen
C
Sublimeren
D
Condenseren
Slide 21 - Quiz
Hoe noem je de fase-overgang waarbij je een stuk zeep kunt ruiken?
A
Stollen
B
Rijpen
C
Sublimeren
D
Condenseren
Slide 22 - Quiz
Bij Welke van de onderstaande faseovergangen moet je de stof afkoelen?
A
Smelten
B
Stollen
C
Sublimeren
D
Verdampen
Slide 23 - Quiz
Bij Welke van de onderstaande faseovergangen moet je de stof opwarmen?
A
Rijpen
B
Stollen
C
Condenseren
D
Sublimeren
Slide 24 - Quiz
In welke fase bevindt tin zich bij 450 graden Celsius
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 25 - Quiz
In welke fase bevindt propaan zich bij -65 graden Celsius
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 26 - Quiz
In welke fase bevindt kwik zich bij -37 graden Celsius
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 27 - Quiz
In welke fase bevindt tin zich bij 100 graden Celsius
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 28 - Quiz
In welke fase bevindt propaan zich bij 28 graden Celsius
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 29 - Quiz
Bekijk de grafiek hiernaast goed en beantwoord de volgende vraag: wat is het stolpunt van deze stof?
…….Graden Celsius
Slide 30 - Open question
Bekijk de grafiek hiernaast goed en beantwoord de volgende vraag: Na hoeveel minuten is deze vloeistof begonnen met stollen? …….Minuten
Slide 31 - Open question
Bekijk de grafiek over het stollen van een onbekende stof hiernaast goed en beantwoord de volgende vraag: In welke fase bevindt de stof zich na 5 minuten?
Slide 32 - Open question
Bekijk de grafiek hiernaast goed en beantwoord de volgende vraag: wat is het stolpunt van deze stof?
…….K
Slide 33 - Open question
Bekijk de grafiek hiernaast goed en beantwoord de volgende vraag: Vanaf hoeveel minuten begint deze vloeistof te stollen? ……. Minuten
Slide 34 - Open question
Bekijk de grafiek over het stollen van een onbekende stof hiernaast goed en beantwoord de volgende vraag: In welke fase bevond deze stof zich na 2 minuten?
Slide 35 - Open question
Welke waarde gaf meneer Celsius aan smeltend ijs? Smeltend ijs is ……. Graden Celsius.
Slide 36 - Open question
Welke waarde gaf meneer Celsius aan kokend water? Kokend water is ……. Graden Celsius.
Slide 37 - Open question
Hoe heet het onderdeel bij nummer 3 (de getallen)?
Slide 38 - Open question
Hoe heet het onderdeel bij nummer 1
Slide 39 - Open question
Hoe heet het onderdeel bij nummer 2
Slide 40 - Open question
Reken om:
19 graden Celsius = ……. k
Slide 41 - Open question
Reken om:
78 graden Celsius = ……. k
Slide 42 - Open question
Reken om:
-36 graden Celsius = ……. k
Slide 43 - Open question
Reken om:
…….. graden Celsius = 315 k
Slide 44 - Open question
Reken om:
…….. graden Celsius = 674 k
Slide 45 - Open question
Reken om:
…….. graden Celsius = 205 k
Slide 46 - Open question
Wat is het meetbereik van de thermometer uit de afbeelding?
A
20 graden
B
30 graden
C
50 graden
D
80 graden
Slide 47 - Quiz
De thermometers uit de afbeelding zijn identiek (even lang, breed etc). Het enige verschil is dat er een andere vloeistof in de thermometers zit. In welke thermometer zit de vloeistof die het meest uitzet wanneer de temperatuur 1 graad stijgt?
A
Links
B
Rechts
C
Dat kun je niet weten
Slide 48 - Quiz
Welke temperatuur geeft de thermometer aan? Geef je antwoord afgerond op hele graden. LET OP! Je kunt alleen de volledige punten verdienen door op de volgende dia je berekening in te leveren!
Slide 49 - Open question
Lever hier de foto in van je berekening
Slide 50 - Open question
Welke temperatuur geeft de thermometer aan? Geef je antwoord afgerond op hele graden. LET OP! Je kunt alleen de volledige punten verdienen door op de volgende dia je berekening in te leveren!