Woordsoorten (zelfst en bijv nmw - lidwdn - werkwdn)

Zoek de lidwoorden.
A
de, het, een
B
de, een, voor
C
het, nu, daar
D
een, achter, voor
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
WiskundeBasisschoolGroep 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Zoek de lidwoorden.
A
de, het, een
B
de, een, voor
C
het, nu, daar
D
een, achter, voor

Slide 1 - Quiz

Een zelfstandig naamwoord is....
A
een woord voor een mens, plant, dier of ding
B
het zegt iets meer over een mens, dier of ding

Slide 2 - Quiz

Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Open question

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
de, het, een
B
Een mens, dier of ding.
C
Zegt iets MEER over het zelfstandig naamwoord
D
Zegt WAAR iets is : voor, op, achter, tussen...

Slide 4 - Quiz

Zoek de bijvoeglijke naamwoorden.
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 5 - Quiz

Vul een juist bijvoeglijk naamwoord in.
De ____ jongen zit in mijn klas.

Slide 6 - Open question

Wat is een werkwoord?
A
Woorden die iets meer vertellen
B
Woorden voor een dier, plant, ding of persoon
C
de , het , een
D
Iets dat je kan doen

Slide 7 - Quiz


Zoek de werkwoorden.
A
mooie, lieve, rare
B
lamp, fiets, plant
C
zit, roep, slaapt
D
de, het, een

Slide 8 - Quiz

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
De
kabouter
zit
op
een
paddenstoel
grote

Slide 9 - Drag question

Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Papa
drinkt
lekker
een
tasje
koffie.
Hij
eet
de
roze
donut
uit
de
witte
taartdoos

Slide 10 - Drag question