Maatwerk Havo2/3 (s10)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

Maatwerk Havo2/3 (s10)

Oefenen voor de toetsweek

Havo 2 en Havo 3: leren bilan blz 36 behalve apprendre 7 en 9

Grammatica H2: ww op RE (p en p.c)

www (p en p.c)

Grammatica H3: ww moeten (p, p.c, imp, futur)

bijwoord

In deze zin correct?
Je répond.

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Nous descendez

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Elle attend

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
On vendons

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Elle perdent

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
J´ai rendru

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Vous avez entendu

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Ils ont descendu

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Elles sont descendu

1. vrai
2. faux

Wat is vertaling van terugegeven?

en van verliezen?

en van horen?

Vertaal: wij stappen uit

Vertaal: hij geeft terug

Vertaal: ik verkoop

Vertaal: jij hebt gewacht

In deze zin correct?
Nous nous coucher

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Elle te concentre

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Tu te maquilles

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Vous levez vous

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Je me appelle

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Il se est habillé

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Elles se sont lavées

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Nous nous sommes réveillons

1. vrai
2. faux

Vertaal: ik vermaak me

Vertaal: jij hebt je gedoucht

In deze zin correct?
Nous doivons

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Vous avez devoiré

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Vous devaiez

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Je devrai

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Elle a dû

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Ils doivent

1. vrai
2. faux

In deze zin correct?
Tu devrai

1. vrai
2. faux

Vertaal: zij moest

Vertaal: hij heeft (ge)moeten

Vertaal: u moet

Vertaal: zij (mmv) zullen moeten

In deze vorm correct?
vraiment

1. vrai
2. faux

In deze vorm correct?
sportifement

1. vrai
2. faux

In deze vorm correct?
curieuxement

1. vrai
2. faux

In deze vorm correct?
mauvaisement

1. vrai
2. faux

In deze vorm correct?
bonnement

1. vrai
2. faux

In deze vorm correct?
lentement

1. vrai
2. faux

Vertaal in de bijwoord vorm: goed

Vertaal in de bijwoord vorm: snel

Vertaal in de bijwoord vorm: slecht

Vertaal in de bijwoord vorm: lang (tijd)

Vertaal in de bijwoord vorm: beter