2.4 consumeren of consuminderen

Welkom Allemaal
1. Jas uit en tassen op de grond.
2. Wat heb je nodig?  Boek + schrift + pen + rekenmachine
3. 2:30 minuten de tijd hiervoor.
timer
2:30
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom Allemaal
1. Jas uit en tassen op de grond.
2. Wat heb je nodig?  Boek + schrift + pen + rekenmachine
3. 2:30 minuten de tijd hiervoor.
timer
2:30

Slide 1 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? (deel 2)

Slide 2 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? (deel 1)
Negatieve gevolgen van consumeren
  • Milieuschade
  • Vervuiling van lucht, water en bodem
  • Het verbruik van grondstoffen
  • Verbruik van fossiele brandstoffen
  • Ontstaan van afval

Slide 3 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? (deel 1)
Broeikaseffect:
  • Door meer CO2 in de lucht, warmt de aarde op
  • Stijging van de temperatuur zorgt voor een grotere kans op natuurrampen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

2.4 Consumeren of consuminderen? (deel 2)
Hoe krijg jij informatie over het product dat je koopt?
  • energielabel -> verplicht door de EU
  • milieukeurmerk

  • Geeft aan dat het product milieuvriendelijk of diervriendelijk is geproduceerd
  • Er zijn verschillende keurmerken voor verschillende productcategorieën


Slide 6 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? (deel 2)
Maak je een energielabel voor jezelf

  • Welk energielabel geef je jezelf? Kruis dit aan
  • Omschrijf waarom je vindt dat dit label bij je past
  • Denk eraan: het gaat om hoe jij omgaat met energie!
timer
3:00

Slide 7 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? (deel 2)
  • Bespreek jouw uitkomst met degene die naast je zit

  • Je mag je label aanpassen als je na overleg vindt dat dit nodig is.

timer
3:00

Slide 8 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? (deel 2)
Maatschappelijke kosten
  • Kosten voor afvalverwijdering, natuurbescherming of nadelige gevolgen voor de gezondheid van mensen
  • Blijvende schade door uitgestorven planten en dieren, verdwenen natuurgebieden, een veranderend klimaat of opgeraakte grondstoffen


Maatschappelijke kosten:
Nadelen die de samenleving ondervindt en meebetaalt aan het voorkomen of herstellen hiervan (zoals milieuschade)

Slide 9 - Slide

Hoe kan de overheid de milieuproblemen aanpakken?
A
Promoten van scheiden van afval.
B
Door meer belasting te heffen op milieuvervuilende producten.
C
Wet- en regelgeving CO 2 uitstoot voor bedrijven regelen.
D
Alle 3 antwoorden zijn goed.

Slide 10 - Quiz

De overheid wil meer toe naar het principe 'de vervuiler betaalt'. Als dit lukt, wat gebeurt er dan met de maatschappelijke kosten?
A
Blijven gelijk.
B
Dit heeft niets te maken met maatschappelijke kosten.
C
Stijgen.
D
Dalen.

Slide 11 - Quiz

Betalen consumenten toch mee als het principe "De vervuiler betaalt" wordt toegepast?
A
De bedrijfskosten nemen toe en zo ook de consumenten prijs.
B
De lonen van consumenten stijgen niet maar de winst van de bedrijven wel.
C
De bedrijfskosten nemen af en moeten en de consumenten meer betalen.
D
De prijs heeft niets te maken met de milieukosten.

Slide 12 - Quiz

Waarom zijn maatschappelijke kosten vervelend voor de burgers?
A
Omdat de burgers moeten meebetalen aan het oplossen van de vervuiling van een ander.
B
Omdat burgers hierdoor minder geld verdienen.
C
Omdat bedrijven hierdoor meer winst maken.
D
Omdat burger hierdoor niet in een schoon land kunnen leven.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent hergebruik (recycling)
A
Nieuwe producten maken van bestaande producten.
B
Zo min mogelijk weggooien, maar producten langer gebruiken.
C
Het maken van nieuwe producten uit afval.
D
Duurzaam leven.

Slide 14 - Quiz

Productie levert milieuschade op. Wat is waar over milieuschade?
A
Milieuschade is direct merkbaar.
B
Herstellen is onmogelijk.
C
Milieuschade is niet direct merkbaar.

Slide 15 - Quiz