8.2 Emancipatie

Emancipatiebewegingen = streven naar gelijke behandeling van slaven, vrouwen, arbeiders en religieuze minderheden.


1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Emancipatiebewegingen = streven naar gelijke behandeling van slaven, vrouwen, arbeiders en religieuze minderheden.


Slide 1 - Slide

Kenmerkende aspecten
'De opkomst van emancipatiebewegingen'
 
'Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen
aan het politieke proces'

De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme.

Discussies over de ‘sociale kwestie’

= allemaal 19e eeuw. Komt voort uit: De industriële revolutie in de westerse wereld die de basis legde voor een industriele samenleving.

Slide 2 - Slide

kenmerkend aspect
De opkomst van emancipatiebewegingen.

Slide 3 - Slide

 

Emancipatie = gelijke rechten

Slide 4 - Slide

Slaven
Kort na 1800 schaften alle Europese landen de slavenhandel af. Slavernij bestond nog tot 1833 (Engeland), 1848 (Frankrijk), 1863 (Nederland), 1865 (VS). 

Abolitionisme = streven naar afschaffing van de slavernij.

Slide 5 - Slide

Abolitionisme in woord en daad
- De Franse Revolutie (1789) draaide om vrijheid, gelijkheid en broederschap. De slaven op Haïti wilden dat ook en kwamen in 1791 in opstand.
- De Franse revolutionaire regering schafte de slavernij in 1794 in alle Franse kolonies af; maar acht jaar later voerde Napoleon de slavernij weer in.
- Toen er opnieuw slavenopstanden uitbraken konden de Fransen deze niet onderdrukken --> 1804 onafhankelijke republiek Haïti uitgeroepen.
- In 1815 schafte Frankrijk de slavenhandel af.
- In 1848 werd de slavernij in Frankrijk volledig afgeschaft.
De slavenopstand op Haïti. Duizenden blanken op het eiland werden gedood.

Slide 6 - Slide

Feminisme
- Doel: Achtergestelde positie van vrouwen verbeteren.

- Vrouwen hadden in de 19e eeuw geen kiesrecht, mocht niet zonder toestemming het huis uit, kregen minder loon en mochten niet scheiden.

- Kiesrecht ging naar steeds meer mannen toe, maar vrouwen bleven achter.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aan de slag
Stap 1 Lees de tekst van 8.2

Stap 2 Maak opdracht 1 + 3 + 5

Stap 3 Na 15 minuten klassikaal opdrachten bespreken
Let op: zelf nakijken staat uit, dus formuleer in 1x een goed antwoord.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Strijd van arbeiders
- Grote verschillen tussen arm en rijk in de 19e eeuw.

- Dankzij kapitalisme en economisch liberalisme.

- Fabrieksdirecteuren stinkend rijk versus fabrieksarbeiders straatarm.

- Probleem van arme en slechte leefomstandigheden = sociale kwestie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Video

Wie helpt de arbeiders? 

  • Onderlinge verzekeringen werden  opgericht
  • Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken, en dat was moeilijk vol te houden
  • Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.

Slide 14 - Slide

Liberalen

  • Overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid

  • Economie helemaal vrij laten

  • Sociale wetten kosten teveel geld

  • Rechts in de politiek

Slide 15 - Slide

Confessionelen
  • Confessie=geloof (Protestant/Rooms-katholiek)

  • Ongelijkheid omdat God het zo wil

  • Goede christenen helpen elkaar

  • Werkgevers en werknemers moeten er samen uitkomen

Slide 16 - Slide

Socialisten
  • Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen

  • Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)

  • Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)

  • Links in de politiek

Slide 17 - Slide

Wat is communisme?
  • Politieke ideologie ontwikkeld door Friedrich Engels en Karl Marx.
  • Communisme wordt als extreemlinks beschouwd.
  • Politieke overtuiging dat iedereen gelijk is.
  • Politieke invloed voor arbeiders.
  • Omdat de rijken en fabriekseigenaren dit niet laten gebeuren, is een gewelddadige arbeidersrevolutie onvermijdelijk.

Slide 18 - Slide

Langzaam verbetering
  • Eerste sociale wetten vanaf 1874: Kinderwetje van Van Houten

  • Leerplichtwet (1900), Woningwet (1901)

  • 1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen

  • 1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen

Slide 19 - Slide

Democratisering (1815-1919)
Democratisering is het streven naar politieke medezeggenschap.
Dus:
Mensen willen meepraten.

Slide 20 - Slide

Kenmerkende aspecten
'De opkomst van emancipatiebewegingen'
 
'Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen
aan het politieke proces'

De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme.

Discussies over de ‘sociale kwestie’

= allemaal 19e eeuw.

Slide 21 - Slide

Afronden van 8.2
- Video-opdracht in Classroom
- Opdrachten van 8.2 in MEMO afronden: 7, 8 en 9

- Tot 14:10u de tijd om deze opdrachten te maken.

Daarna examenopdrachten maken

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide