4E: Writing & Grammar p.26-28
Wat:
Exercise 28: lees het gedicht en beantwoord de vragen 1-3 in het Nederlands.
Exercise 29: schrijf het meervoud van de woorden op.
Exercise 29c: kijk naar de afbeelding. Schrijf de 6 items op die online beschikbaar zijn. Schrijf vervolgens 3 dingen op in het meervoud die jij online hebt gekocht.
Exercise 30a: gebruik je much of many in het meervoud? kruis aan.
Exercise 30b: vul much of many in de tekst in.
Exercise 30c: Schrijf 10 zelfstandige naamwoorden en het meervoud op (in het Engels). Maak
5 zinnen met het meervoud en much en many.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden de volgende les nakijken.