Herhaling voortplanting

Herhaling voortplanting
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling voortplanting

Slide 1 - Slide

Reductiedeling
46 chromosomen
23 chromosomen

Slide 2 - Slide

Waar worden geslachtscellen geproduceerd? (bij mannen en vrouwen)

Slide 3 - Open question

is dit een reductiedeling?

Slide 4 - Slide

De reductiedeling

Slide 5 - Slide

Waarom moeten geslachtscellen door een reductiedeling ontstaan?

Slide 6 - Open question

chromosomen

Slide 7 - Slide

Hoeveel chromosomenparen bevat een eicel?
A
0
B
92
C
46
D
23

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Welke twee hormonen spelen een rol in de menstruatie cyclus?

Slide 10 - Open question

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Stap 8
Hypofyse hormoon stimuleert de follikels om te groeien
Follikels produceren oestrogenen
Het baarmoederslijmvlies groeit
De ovulatie vindt plaats. de eicel sterf na 12  tot 24 uur
Het follikel is nu het gele lichaam --> productie oestrogenen
Het baarmoederslijmvlies groeit weer
Geen bevruchting. Het gele lichaam sterft af
Het baarmoeder slijmvlies breekt af

Slide 11 - Drag question

De bevruchting

Slide 12 - Slide

Een tweeling ontstaat wanneer er twee zaadcellen een eicel bevruchten
A
Juist
B
Onjuist
C
Kan ook op een andere manier

Slide 13 - Quiz

De bevruchting
- De ovulatie vindt plaats,
een eicel komt vrij.

- Zaadcellen zwemmen met 
hun staart naar de eicel.
- De bevruchting vindt plaats.
kernen smelten samen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Is deze persoon zwanger?
Waar kan je dat aan zien?

Slide 16 - Slide

Is deze persoon zwanger?
Waar kan je dat aan zien?

Slide 17 - Open question

Een eicel van een vrouw wordt bevrucht. Twee weken later menstrueert de vrouw. Is de vrouw nog zwanger?
A
Ja ze is nog zwanger
B
Nee ze is niet meer zwanger
C
Dat kan je niet weten
D
Ze is nooit zwanger geweest

Slide 18 - Quiz

Ontwikkeling
  • Na de innesteling
    begint de embryo 
    te groeien.
  • De vruchtvliezen
    vormen
  • De placenta 
    wordt gevormd

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is de functie van de navelstreng?

Slide 21 - Open question

Is deze tweeling eeneiig of twee-eiig?

Slide 22 - Slide

Is deze tweeling eeneiig of twee-eiig?
A
Eeneiig
B
Twee-eiig

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Wat voor ligging heeft de baby?
A
Dwarsligging
B
Normale ligging
C
Stuitligging

Slide 25 - Quiz

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 4
De indaling
De uitdrijving
(persweeën)
De ontsluiting (weeën)
de vruchtvliezen breken
De geboorte

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide