3.3 Monohybride kruisingen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De nakomelingen uit de vorige kruising (F1) planten zich onderling voort.
Welke nakomelingen (F2) kunnen zij krijgen?
Geef de verhoudingen van de genotypen
A
Hh:HH:hh= 1:2:5
B
50% zwart harig 50% witharig
C
1:2:0
D
HH:Hh:hh = 1:2:1

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welk allel of welke allelen kunnen de geslachtscellen van beide ouders bevatten?
A
H of H en h of h
B
H of h en H of h
C
H of H en H of H
D
h of h en h of h

Slide 19 - Quiz

Welke mogelijkheden bestaan er voor de versmelting van een eicelkern en een zaadcelkern?
A
100% Hh
B
100% hh
C
100% HH
D
75% Hh en 25% hh

Slide 20 - Quiz

Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur (H) dominant over het allel witte haarkleur (h). Een zwarte cavia homozygoot is voor de haarkleur paart met een witte cavia. De nakomelingen (F2) paren onderling
Wat zijn de genotypen van de ouders?
A
HH x Hh
B
HH x HH
C
zwart x wit
D
HH x hh

Slide 21 - Quiz

Welke vachtkleur hebben de nakomeling in de F1?
A
Zwart
B
Rood
C
Wit
D
Geel

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Welke vachtkleur hebben de nakomelingen in de F2?

A
50% zwart 50 % wit
B
75% wit 25% zwart
C
25%wit 75% zwart
D
alle nakomelingen zijn zwart

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Hoe groot is de kans dat de eerste nakomeling in de F2 zwartharig is?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide