Na het jaar 1000 gebruikten de boeren mest en betere werktuigen. Daardoor werden de oogsten groter. De boeren hielden producten over. Ze verkochten die op de markt in de buurt. Op die manier verdienden ze geld. Daarvan konden ze producten kopen die ze zelf niet konden maken. Ze kochten die van handelaren. Hierdoor nam de handel toe.
Het was ook veiliger geworden in Europa. Handelaren konden weer reizen. Daardoor kon je van alles bij ze kopen. Wijn uit Frankrijk bijvoorbeeld, of zijde uit Azië.