- Een beschrijving kunnen geven van de huisinstallatie.
- De functie van groepen en van de installatieautomaat kunnen aangeven.
- De vier verschillende soorten installatiedraad kunnen noemen en hun kleuren en functies kunnen aangeven.
- De functie en werking van een spanningszoeker kunnen omschrijven.
- Enige eigenschappen van geaarde apparaten kunnen noemen.
- Eigenschappen van geaarde stekkers en wandcontactdozen kunnen noemen.