la hora

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

la hora

BEGINTAAK

¿CÓMO SE PREGUNTA Y CÓMO SE DICE LA HORA EN ESPAÑOL?

Zoe het op in je reader..

¿CÓMO SE PREGUNTA Y CÓMO SE DICE LA HORA EN ESPAÑOL?

La hora (vrouwelijk)= het uur 

Vraag:

¿Qué hora es? (hoe laat is het)

Antwoord:

2- 12 uur : Son lasldos, tres,...

1 uur : Es la una

Het is vijf uur

Son las cinco.

Om vijf uur

A las cinco

Let op verschil:

 Comunicación

Las partes del día

In spanje zijn de delen van de dag anders dan bij ons. In spanje is het tot 14.00 uur ochtend en van 14.00 uur tot 21.00 uur  middag. De avond begint pas om 21.00 uur. 

La hora

¿qué hora es? (met dagdeel)
13:20

¿qué hora es? (met dagdeel)
16:10

¿qué hora es? (met dagdeel)
08:25

¿qué hora es? (met dagdeel)
10:45

¿Qué pasa a las ocho menos diez?

1. Hij draait zich nog een keer om.
2. Hij ontbijt.
3. Hij staat op.
4. Hij gaat slapen

Hoe lang doet hij over zijn ontbijt?

1. 5 minuten
2. 10 minuten
3. 15 minuten
4. 20 minuten

Hoe laat komt hij aan op school?

1. A las ocho y cuarto.
2. A las ocho y veinte.
3. A las ocho y veinticinco.
4. A las ocho y media.

¿A qué hora vuelve a casa?

1. A la una.
2. A la una y media.
3. A las ocho.
4. A las ocho y media.

¿Cuánto tiempo duerme una siesta?

1. 5 minutos
2. 10 minutos
3. 15 minutos
4. media hora