Blok 3, grammatica

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Wat is de bepaling van plaats?
Aan de kust is de fauna heel interessant.

1. Aan de kust
2. is
3. de fauna
4. heel interessant.

Wat is de bepaling van plaats?
Ik geniet van de natuur bij de Noordzee.

1. Ik
2. geniet
3. van de natuur
4. bij de Noordzee.

Wat is de bepaling van plaats?
In de duinbos leven hazen, reeën en vossen.

1. In de duinbos
2. leven
3. hazen, reeën en Vossen.
4. geen bepaling van plaats

Wat is de bepaling van plaats?
Krabben en garnalen zoek je in het water.

1. Krabben en garnalen
2. zoek
3. je
4. in het water.

Wat is de bepaling van plaats?
Op aarde hebben we vijf oceanen.

1. Op aarde
2. hebben
3. we
4. vijf oceanen.

Wat is het voorzetsel?
De harige kat ligt onder de kast.

1. De harige kat
2. ligt
3. onder
4. de kast.

Wat is het voorzetsel?
Isa wil wel naast de kat liggen.

1. Isa
2. wil
3. naast
4. de kat

Wat is het voorzetsel?
Isa en haar logé gaan met de fiets weg.

1. Isa en haar logé
2. gaan
3. met
4. de fiets weg.

Wat is het voorzetsel?
Ze doen handschoenen aan want ze willen geen verf op hun handen.

1. Ze
2. want
3. willen
4. op

Wat is het voorzetsel?
In mijn la ligt een etui en een paar boeken.

1. In
2. mijn la
3. ligt
4. een etui