Hoofdstuk 7 les 1

1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

- kun je bij een situatie een regel in woorden maken.
- kun je een pijlenketting bij een regel in woorden maken.
- kun je rekenen met een pijlenketting. 


Slide 2 - Slide

Programma vandaag
  • vragen over het huiswerk
  • herhaling vorige les
  • uitleg over een nieuw onderdeel
  • vragen stellen over de uitleg
  • zelfstandig aan het werk met 7.1 
  • snap je een opdracht niet, vraag mij of sla het even over

Slide 3 - Slide

7.1 Pijlenketting
Doelen van deze les:
  1. Bij een verhaal een regel in woorden maken
  2. Bij een regel in woorden een pijlenketting maken
  3. Met een pijlenketting rekenen

Slide 4 - Slide

Hoeveel uur moet je slapen als je 12 bent?
A
4
B
22
C
10
D
Geen idee..

Slide 5 - Quiz

Uitleg Pijlenketting
  • Een regel in woorden:
  • In een wiel zitten 36 spaken dus de regel in woorden is:
  • het aantal wielen keer 36 is het aantal spaken.
  • Wie weet er nog een voorbeeld?

Slide 6 - Slide

Uitleg Pijlenketting

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video


IN-getal                             aantal poten
UIT-getal                                    aantal koeien
: .....
Wat moet er boven de pijl staan?

Slide 9 - Open question


IN-getal                             aantal poten
UIT-getal                                    aantal koeien
: 4
Bereken het aantal koeien bij 36 poten.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

IN en UIT
  • Het IN-getal is het getal waar je iets mee gaat doen.
  • Het UIT-getal is je antwoord
Voorbeeld: Het aantal fietsen keer twee is het aantal wielen.
IN-getal = ...?
UIT-getal = ...?


Slide 12 - Slide

Het aantal auto's keer vier is het aantal wielen.
Wat is het IN-getal?
Wat is het UIT-getal?
A
IN- getal = aantal auto's UIT-getal = aantal wielen
B
IN- getal = aantal wielen UIT-getal = aantal auto's

Slide 13 - Quiz

Hoeveel spaken zijn er als ik 5 wielen heb?
A
5 + 36 = 41
B
5 x 36 = 180

Slide 14 - Quiz

Welke zin is een regel in woorden?
A
Het aantal poten :4 is het aantal koeien.
B
Het aantal poten gedeeld door 4 is het aantal koeien.
C
Het aantal koeien gedeeld door 4 is het aantal poten.
D
Het aantal poten gedeeld door 4 = het aantal koeien.

Slide 15 - Quiz

Wat zou hierbij de regel in woorden zijn?
A
Het aantal leerlingen keer drie is het aantal kano's
B
Het aantal leerlingen gedeeld door drie is het aantal kano's

Slide 16 - Quiz

Hoeveel kano's zijn er nodig als we met 12 leerlingen gaan?
A
12 x 3 = 36
B
12 + 3 = 15
C
12 : 3 = 4
D
12 - 3 = 9

Slide 17 - Quiz

Hoeveel heb ik verdiend met 10 uren werken?
A
€19,50
B
€50
C
€54,50
D
Hoe moet dit?

Slide 18 - Quiz

Schrijf in je schrift: Uitleg 7.1


Regel in woorden: geen wiskundige tekens, maar woorden.


Pijlenketting: wel wiskundige tekens,  maar geen =-teken! 


Slide 19 - Slide

Aan het werk

  • Nakijken: 4.5
  • Maken les 7.1 op bladzijde 10 t/m 12 opdracht 1 t/m 9 en het gele blok.

Klaar?

- Nakijken 7.1

Huiswerk:

Maken 7.1 vanaf blz. 10

Noteer welke vraag je lastig vindt en waarom. 


timer
10:00

Slide 20 - Slide

Zelf aan de slag
Maak nu zelf hoofdstuk 7.1
Vind je een opdracht lastig, stel gerust een vraag!


Huiswerk: 
  1. Maken 7.1 vanaf blz. 10
  2. Noteer welke vraag je lastig vindt en waarom. 

Slide 21 - Slide