Periode 8 lesweek 1

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 2

WAW Periode 8 lesweek 1 & 2

Hoofdstuk 12

Omgaan met pubers

Waar werken we naartoe?

Lesweek 7 & 8 Masterclass van jullie gekozen onderwerp.

Daarnaast krijg je de kennistestbanktoets in week 8. 

WAW boek Onderwijsassistent: Hoofdstuk 12, 14 en 16

Eindopdracht: Maak een Masterclass!

Opdracht: Maak een Masterclass

De komende 6 weken werk je samen met een paar klasgenoten, groepjes van maximaal 5 studenten, aan een masterclass over puberteit, gesprektechnieken of pesten. De docent van WAW bepaalt welk onderwerp jullie krijgen. In periode 8 gaan jullie de masterclass geven aan je medestudenten.

Deze onderwerpen, boek onderwijsassistente hoofdstuk 12,14 en 16, komen ook terug in de kennistestbanktoets, dus een goede voorbereiding is belangrijk.

Eindopdracht: Maak een Masterclass!

Waar moet de Masterclass aan voldoen: Zie it's learning.

1. Theorie: Duidelijke uitleg over het onderwerp onderbouwd door de theorie uit het boek pedagogisch werk: Onderwijsassistenten hoofdstuk 12, 14 en 16.

2. Interactie: Zorg voor interactie met de klas; zoals een quiz, casus of spel.

3.Praktische toepassing: Praktische tips die je in je werk als onderwijsassistent kunt gebruiken.

4.Digitale Tool: Je voegt een digitale tool toe; zoals een filmpje, podcast of online spel.

5. Logboek: Jullie groep houdt een logboek bij waarin jullie de voortgang van de samenwerking en de uitvoering van de groepsopdracht documenteren. Dit logboek helpt jullie om gedurende het proces te reflecteren op jullie werk en samenwerking, en het biedt de mogelijkheid om problemen tijdig te signaleren. Het logboek wordt regelmatig bijgewerkt en ingeleverd bij de docent. Zie It's learning

Eindopdracht: Maak een Masterclass!

Hoe gaan we te werk?

Week 1-2: Verdiep je in het onderwerp en bepaal hoe je het gaat uitleggen. Gebruik hiervoor de theorie uit het boek Onderwijsassistent en/of betrouwbare informatie van het internet. Zorg ervoor dat je alleen bruikbare en relevante bronnen gebruikt.

Week 3-4: Maak een eerste opzet van jullie masterclass.

Week 5-6: Werk je masterclass uit en test hem uit bij elkaar en verbeter hem eventueel

Week 7: Geef je masterclass aan de klas!

Week 8: Geef je masterclass aan de klas!

Jullie mogen zelf kiezen hoe je het maakt, zolang het maar leerzaam en interactief is!

Eindopdracht: Maak een Masterclass!

Voorbeeld 1:

Masterclass: Hoe werkt het puberbrein?

Onderwerp: De ontwikkeling van de hersenen in de puberteit en het effect op gedrag (theoretisch kader)

Interactieve werkvorm: Escape room over het puberbrein + interactieve quiz.

Digitale tool: Gebruik van Kahoot vragen en discussie.

Praktische toepassing: Casussen over leerlingen met pubergedrag in de klas.

Eindopdracht: Maak een Masterclass!

Voorbeeld 2:

Masterclass: Effectieve gespreksvoering met leerlingen en ouders

Onderwerp: Gespreksstructuren en technieken voor leerling en oudergesprekken. (theoretisch kader)

Interactieve werkvorm: Rollenspel waarin casussen worden nagespeeld

Digitale tool: Opnames van eigen gesprekken maken en analyseren via reflectie.

Praktische toepassing: Studenten oefenen gesprekken zoals ze in de praktijk voorkomen.

Eindopdracht: Maak een Masterclass!

Voorbeeld 3:

Masterclass: Pesten en de rol van de onderwijsassistent

Onderwerp: Vormen van pesten, de rol van omstanders en effectieve anti-pestmethoden. (theoretisch kader)

Interactieve werkvorm: Groepsdiscussies d.m.v. spel over de streep

Digitale tool: delen van ervaringen en ideeën over hoe om te gaan met pesten door middel van padlet/ lesson up

Praktische toepassing: Koppeling aan bewezen anti-pestmethoden zoals de KiVa-methode en de Kanjertraining.

 

Hoe zien de lessen in periode 8 er inhoudelijk uit:

1. Eerst een stukje theorie Hoofdstuk 12, 14 en 16

2. Voorbereiding op Kennistestbanktoets en toepassing Masterclass

3. Zelfstandig werken in je groepje: Masterclass & bijhouden logboek

Weken	Onderwerp	Hoofdstuk
Week 1	Omgaan met pubers + uitleg Masterclass	12
Week 2	Omgaan met pubers + aan de slag Masterclass	12
Week 3	Gesprekken voeren met ouders/opvoeders + aan de slag Masterclass	14
Week 4	Gesprekken voeren met ouders/opvoeders + aan de slag Masterclass	14
Week 5	Pesten + aan de slag Masterclass	16
Week 6	Pesten + aan de slag Masterclass	16
Week 7	Masterclasses	Hf 12, 14, 16
Week 8	Masterclasses & Kennistestbanktoets	Hf 12, 14,16

Even de voorkennis toetsen over het puberbrein!

Wat is een voorbeeld van pubergedrag?

1. Weloverwogen beslissingen maken
2. Kiezen voor huiswerk in plaats van afspreken met vrienden
3. Impulsief tegenstrijdig gedrag vertonen.
4. Vriendelijk zijn voor de omgeving (familie en vrienden).

Wat is de ‘de wereld ontdekken’ voor pubers?

1. De puber wilt graag experimenteren en risico’s nemen in het leven. Denk aan alcohol, roken of drugs
2. De puber wilt graag meer zien van de wereld. Denk aan natuur, cultuur en religies
3. De puber wilt veel kennis hebben over onze aarde
4. De puber wilt graag fouten maken om er op deze manier van te kunnen leren

Welke ontwikkelingsfase kent een puber?

1. Een fase waarin een puber zich niet cognitief ontwikkeld
2. Een fase waarin een puber zowel lichamelijk als geestelijk groeit naar volwassenheid
3. Een fase waarin een puber zich voornamelijk lichamelijk ontwikkeld
4. Een fase waarin een puber opstandig gedrag vertoont

Welke laag van de puberijsberg is het moeilijkste te bereiken voor de leerling?

1. Gevoelens en behoeftes
2. Kwaliteiten en vaardigheden
3. Identiteit en zelfbeeld
4. Imago en reputatie

Wat zijn de drie belangrijkste zaken om op te letten bij omgang met pubers?

1. Leerling serieus nemen, luisteren en consequent zijn
2. Begrip tonen, streng zijn en goed in de gaten houden tijdens de les
3. Leerling serieus nemen, streng zijn en goed in de gaten houden tijdens de les
4. Begrip tonen, luisteren en streng zijn

Waarom hebben pubers moeite met het maken van weloverwogen beslissingen?

1. Pubers zijn niet gewend keuzes te moeten maken
2. De prefrontale cortex is nog niet ontwikkeld
3. Het striatum is nog niet actief in de hersenen
4. Pubers zijn lichamelijk nog niet volgroeid

Hoe noem je het hersengebied waardoor pubers veel plezier ervaren?

1. Dopamine
2. Prefrontale cortex
3. Striatum
4. Bewegingscentrum

Uit onderzoek blijkt dat pubers veel gevoeliger zijn voor verslavingen dan volwassenen. Hoe komt dit?

1. Pubers kunnen lange termijn effecten niet goed inzien
2. Pubers kunnen niet goed 'nee' zeggen tegen anderen
3. Pubers voelen zich veel vaker alleen
4. Pubers weten dat ze er laten wel weer vanaf komen

Wat is FOMO?

1. First Out Missing Out
2. Fear Of Missing Out
3. Fear Of Missing Opinion
4. Fear Of Message Opinion

Ga naar de begrippenlijst aan het eind van het hoofdstuk en vul de betekenis in van de begrippen die je al kent Blz. 246

Fysieke kenmerken
pubertijd

Emotionele kenmerken
pubertijd

Week 1 les 2

Kijkvragen bij video

12.02a: Welke ontwikkeling van de puberteitsfase zie je terug in de klas van Özcan?

12.02b: Hoe uit zich dit in het emotionele gedrag van de leerlingen in de klas?

a. Loskomen van de ouders.

b. Ze vinden de ouders ‘voor-schut’ of ‘irritant’

Week 2 les 1

Week 2 les 2

VIDEO-OPDRACHT: ‘TELEFOONS IN DE KLAS’

Je gaat aan de slag met een video van Arjen Lubach die spreekt over telefoons in de klas. Je krijgt een vragenblad van de docent.

Debatteren over telefoons in de klas

Vuistregels voor een goed debat:

https://www.debatinstituut.nl/bibliotheek/debatteren/tien-vuistregels-voor-een-goed-debat/

Debatteren over telefoons in de klas

Stap 1: Stelling: Gebruik van mobiele telefoons is niet toegestaan in de klas
Stap 2: Voor- en tegen argumenten bedenken 

Stap 3: Uitleggen en voorbeelden bedenken in tweetallen

Stap 4: Vergaderen (verdelen klas)

Stap 5: Betoog houden (voor en tegen)

Stap 6: Debatteren

Stap 7: Jureren

 Scenario’s pubergedrag scenariospel.

1. Maak groepjes van 4/5 studenten

2. Elke groep krijgt een set scenario's die typische pubersituaties weergeven, waarbij elk scenario betrekking heeft op een of meerdere van de 7 aspecten van het omgaan met pubers.

3. De groepen worden uitgedaagd om de scenario's te analyseren en te bespreken hoe ze zouden reageren op de situatie als onderwijsassistent, rekening houdend met de 7 aspecten.

4. Vervolgens moeten de groepen hun reactie op het scenario presenteren aan de rest van de klas door middel van een kort toneelstukje of een improvisatie.

5. Na elke presentatie volgt een klassikale discussie waarbij de klas kan reflecteren op de verschillende benaderingen die zijn gebruikt en hoe deze verband houden met de aspecten van het omgaan met pubers.

6. De docent kan de discussie leiden door vragen te stellen zoals: "Hoe hebben jullie empathie getoond in deze situatie?" of "Op welke manier hebben jullie structuur geboden?"

7. Aan het einde van de activiteit kan de docent de belangrijkste lessen samenvatten en de klas aanmoedigen om deze inzichten toe te passen in hun interacties met pubers. 

 Scenario’s pubergedrag scenariospel.

1. Een puber in de klas is vaak te laat en vertoont storend gedrag tijdens de les.

2. Een leerling weigert samen te werken met zijn klasgenoten tijdens groepsprojecten.

3. Een tiener vertoont agressief gedrag tegenover medeleerlingen tijdens de pauzes.

4. Een puber heeft moeite met het begrijpen van de lesstof en raakt gefrustreerd tijdens de les.

5. Een leerling is geïsoleerd en heeft weinig contact met zijn klasgenoten.

6. Een tiener vertoont impulsief gedrag en onderbreekt regelmatig de les.

7. Een puber heeft problemen met het beheersen van zijn emoties en reageert heftig op kleine tegenslagen.

8. Een leerling heeft moeite met het volgen van instructies en voert taken vaak verkeerd uit.

9. Een tiener wordt gepest door zijn klasgenoten en durft hier niet over te praten.

10. Een puber heeft last van faalangst en durft niet deel te nemen aan klasactiviteiten. 

 Scenario’s pubergedrag scenariospel.

11. Een leerling is snel afgeleid en heeft moeite om zich te concentreren tijdens de les.

12. Een tiener vertoont risicovol gedrag buiten schooltijd en heeft een gebrek aan zelfbeheersing.

13. Een puber voelt zich niet begrepen door zijn ouders en heeft hierdoor weinig motivatie voor school.

14. Een leerling heeft moeite met het plannen van zijn taken en levert regelmatig werk te laat in.

15. Een tiener heeft problemen thuis en brengt deze spanningen mee naar school.

16. Een puber heeft moeite met het omgaan met sociale druk en het maken van eigen keuzes.

17. Een leerling heeft moeite met het vinden van zijn eigen identiteit en past zich continu aan anderen.

18. Een tiener heeft een laag zelfbeeld en twijfelt aan zijn eigen kunnen.

19. Een puber heeft problemen met het omgaan met veranderingen en heeft behoefte aan structuur.

20. Een leerling heeft moeite met het aangaan van sociale relaties en voelt zich vaak eenzaam op school.