4TL H8 Ontwikkelingslanden

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

4TL H8 - ontwikkelingslanden

• Planning tot de meivakantie
• Start hoofdstuk 8
• Inkomen per hoofd van de bevolking 
• Zelfstandig maken opdracht 3 t/m 6

Planning tot de meivakantie

Week 9	Start hoofdstuk 8
Week 10	Paragraaf 8.1 en 8.2
Week 11	Paragraaf 8.3 en 8.4
Week 12	Herhaling H7 en H8
Week 13	Examentraining
Week 14	Toetsweek
Week 15 & 16	Examentraining

Inkomen per hoofd van de  bevolking

:

=

Nationaal inkomen

aantal inwoners

Inkomen per hoofd

Wat is het nationaal inkomen per hoofd van Zuid-Afrika?

Bereken voor Malawai het inkomen per hoofd van de bevolking.

Maandag 3 maart

• Herhaling inkomen per hoofd
• Welvaart bepalen 
• Maken en bespreken opdracht 7 
• Afronden paragraaf 

Wat is in Nederland ongeveer het inkomen per hoofd van de bevolking?

1. €4.200 per jaar
2. €25.000 per jaar
3. €40.000 per jaar
4. €100.000 per jaar

Brazilië en Paraguay zijn buurlanden.

a. Bereken van beide landen het inkomen per hoofd van de bevolking.
b. Bereken hoe vaak het inkomen per hoofd van de bevolking van Paraguay in dat van Brazilië past. Rond af op één decimaal.

Ontwikkelingsland

Bepalen welvaart op basis van:

• Inkomen per hoofd van de bevolking
• gelijke of ongelijke inkomensverdeling
• koopkracht
• omvang van de informele productie, zoals zelfvoorziening
• Aanwezigheid en kwaliteit van collectieve voorzieningen

Vrijdag 7 maart

Afronden paragraaf 8.1
Bespreken opdracht 7 & 9

Starten met 8.2 'wat is een ontwikkelingsland?'

Kenmerken van ontwikkelingslanden

• Lage koopkracht
• Ondervoeding
• Analfabetisme
• Inkomens zijn oneerlijk verdeeld
• Overbevolking

Monocultuur

Sommige ontwikkelinglanden zijn voor hun export afhankelijk van één of enkele producten.

Productie cacao, koffie etc.

Risico’s Monocultuur:

•   De oogst kan mislukken
  
•   De prijs op de wereldmarkt kan dalen.
  

• De ruilvoet is de verhouding
   tussen de gemiddelde 
   exportprijzen en de gemiddelde
   importprijzen.
• Bij een lage ruilvoet kunnen ze
   minder importeren. 
• Ruilvoet stijgt als de
   exportprijzen harder stijgen dan
   de importprijzen.
  

Ruilvoet

Ruilvoet

• Ruilvoetverslechtering
  

Maandag 10 maart

Bespreken opdracht 9

Instructie eerste deel 8.3

Starten met opdrachten 8.3

Noodhulp

Noodhulp = hulp bij natuurrampen of oorlogen door het leveren van bijvoorbeeld:

• voedsel
• drinkwater
• medicijnen
• dekens
• tenten

Soorten hulp

1. Noodhulp:
   Gericht op korte termijn.
2. Structurele hulp
   Gericht op lange termijn.
   a. Ongebonden hulp; zonder voorwaarden.
   b. Gebonden hulp; hulp gevend land stelt voorwaarden. 

Gebonden hulp

Gebonden hulp
= Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden  

• bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
  

Gunstig

Werkgelegenheid in Nederland

Winst van Nederlandse Bedrijven

Vrijdag 14 maart

Opdracht 9 paragraaf 8.3 

Rekenen hoofdstuk 8 --> Opdracht 7, 8 en 10

Afronden paragraaf 8.3

Help armoede de wereld uit

Alleen door samenwerking kunnen we armoede de wereld uit helpen.

Er zijn verschillende organisaties waarin landen samenwerken in de bestrijding van armoede, bijvoorbeeld:

• de Verenigde Naties (VN)
  
• de Wereldbank
  
• het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
  

Afspraak: 0,7% van het nationaal inkomen naar ontwikkelinshulp

Maandag 17 maart

• Bespreken opdracht 3 & 4
• Afronden paragraaf 8.4 
• Rekenopdracht 11, 12 en 13

Dinsdag 18 maart

Examenopdrachten