NakijkenAntwoorden Over Taal blok 4
Opdracht 1
1 bevestigd (bevestigen) = gezegd dat het waar is
2 ontkent (ontkennen) = zegt dat het niet waar is
3 beslist = zeer zeker
4 enerzijds = aan de ene kant
anderzijds = aan de andere kant
5 tegenstrijdig = niet kloppend
6 het standpunt = de mening
7 de uitspraak = iets wat iemand zegt
8 kritiek = opmerking over wat er fout is
9 het knelpunt = de plek waar de problemen zitten
10 beïnvloeden = proberen te veranderen