kun je de grammatica met betrekking tot het voltooid deelwoord en de vragend voornaamwoorden herhalen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 2.
de vervoeging van haben, sein en werden in Präteritum begrijpen en deze toepassen in opdrachten van Lektion 2.
nieuwe woordenschat toepassen door middel van "Wer bin ich?".
Slide 2 - Slide
Die Planung für Heute
Aussprache
Grammatik (Wiederholung)
Selbständig arbeiten
"Wer bin ich?"
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Die Umlaute
Slide 5 - Slide
naklar.secure.malmberg.nl
Slide 6 - Link
Das Perfekt
Wat was dat ook al weer?
Slide 7 - Slide
das Perfekt
de voltooid tegenwoordige tijd
Zwakke werkwoorden
basisregel
stam op -d of -t
werkwoorden zoals atmen en regnen
werwoorden op -ieren
niet- scheidbare werkwoorden
ge + stam + t
ge + stam + et
ge + stam+ et
stam + t
stam + t
gewohnt
gearbeitet
geregnet
studiert
bestellt
Sterke werkwoorden
basisregel
ge+ stam+ en gelaufen
Slide 8 - Slide
haben, sein und werden
Wie kent de rijtjes nog?
Slide 9 - Slide
haben, sein und werden
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hattest
hattet
hatten
hattet
hatten
war
warst
war
waren
wart
waren
wurde
wurdest
wurde
wurden
wurdet
wurden
Slide 10 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 7 tot en met 9 van Lektion 2
Vind je het lastig?
Kijk in je handboek
Ben je klaar?
Huiswerk volgende les: Aufgabe 1, 4 und 5a Lektion 2
Slide 11 - Slide
Wer bin ich?
Slide 12 - Slide
Lernziele
Aan het einde van de les .....
kun je de grammatica met betrekking tot het voltooid deelwoord en de vragend voornaamwoorden herhalen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 2.
de vervoeging van haben, sein en werden in Präteritum begrijpen en deze toepassen in opdrachten van Lektion 2.
nieuwe woordenschat toepassen door middel van "Wer bin ich?".