Some, any, no en samenstelling

1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

PLANNING
  • Lesson goal
  • New grammar
  • Practising
  • Finshing up 

Slide 2 - Slide

LESSON GOAL
I can use some, any and no- in a sentence correctly

Slide 3 - Slide

SOME
Some betekent een aantal, enkele  en wat
Bijvoorbeeld: some apples --> een aantal appels

Samenstellingen van some zijn:
  • somebody
  • someone

Slide 4 - Slide

SOME
Je gebruikt some, somebody  en someone in:
  • Bevestigende zinnen
    Bijvoorbeeld: Somebody is here.
  • In vragen waarop het antwoord ja is of je dit verwacht
    Bijvoorbeeld: Do we have some cheese?
  • In vragen waarmee je iets aanbiedt
    Bijvoorbeeld: Would you like something to drink?

Slide 5 - Slide

ANY
Any betekent een aantal, enkele  en wat
Bijvoorbeeld: Is there any  milk? --> Is er wat melk?

Samenstellingen van any zijn:
  • anybody
  • anyone

Slide 6 - Slide

ANY
Je gebruikt  any, anybody  en anyone in:
  • Vraagzinnen waarop je het antwoord niet weet
    Bijvoorbeeld: Is there any milk left?
  • In ontkennende zinnen
    Bijvoorbeeld: I haven't heard anyone talk about it.

Slide 7 - Slide

NOTHING
Je gebruikt  nothing om iets met nadruk te zeggen
Bijvoorbeeld: I have heard nothing about the storm

Slide 8 - Slide

We don't have .... sugar left.
A
some
B
any
C
nothing

Slide 9 - Quiz

Would like to drink ....?
A
Anything
B
Something
C
Nothing

Slide 10 - Quiz