Techniek 4 - Elektriciteit en magnetisme

Elektriciteit en magnetisme
leerdoel: B.7
Boek:
- 7.4 elektriciteit en magnetisme 
- 8.4 energie omzetting


1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2HBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Elektriciteit en magnetisme
leerdoel: B.7
Boek:
- 7.4 elektriciteit en magnetisme 
- 8.4 energie omzetting


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
Elektriciteit
manetisme
energie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Elektriciteit

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Statische elektriciteit

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Statische elektriciteit
Wrijving --> elektronen springen over
lading kan niet wegvloeien
isolerende en geleidende materialen
ontlading --> schok

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Elektrische stroom
Nodig:
- Spanningsbron (batterij)
- Gesloten stroomkring
- elektrisch geleidende materialen 

Elektronen gaan van - naar +
Stroom gaat van + naar - 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Glas en porselijn zijn isolerende materialen
zilver is een geleidend materiaal
dus het antwoord is B
Schakelaar & weerstand
Schakelaar: onderbreekt de stroomkring (lichtknopje)
Weerstand: stroom kiest de weg met de minste weerstand

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Spanning en stroom
Spanning (V):
- Druk die nodig is om stroom vooruit te duwen
- eenheid: Volt (V)
- Nederland: 230 V

Stroomsterkte (I):
- aantal elektronen dat door de stroomkring beweegt
- eenheid: Ampère (A)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Serie- en parallel schakeling
Serie
- Spanning verdeelt zich
- Stroomsterkte blijft gelijk

Parallel:
- Spanning blijft gelijk
- Stroomsterkte verdeelt zich

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

de eenheid van stroom is in volt, dus het is sowieso een voltmeter. antwoord A en C vallen dus af. 
Bij 1 blijft het een serieschakeling, hier blijft dus de stroomsterkte gelijk maar de spanning verdeeld zich. 
Bij 2 wordt het een parallel schakeling, hier blijft de spanning gelijk, maar blijft wordt de stroomsterkte verdeeld. 
Je wilt weten wat de stroomsterkte is, dus om op een betrouwbaar antwoord te komen moet de stroomsterkte gelijk blijven aan het lampje. dus moet de meter op plek 1.
dus het antwoord is antwoord B
Weerstand

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wet van Ohm
Stroomsterkte (I)= Spanning (V) / Weerstand (R)
Stroomsterkte (I): Ampere (A)
Spanning (V)= Volt (V)
Weerstand (R)= Ohm 

Meer spanning = grotere stroomsterkte
Meer weerstand = kleinere stroomsterkte

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Magnetisme 7.4.4

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Energie 8.4
Energie omzetting --> totale energie is altijd gelijk
Rendement: nuttige energie
Energiebronnen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Energieverbruik
 E(energieverbruik) in Joule = P (vermogen) in watt  x t(tijd) per seconde


Voorbeeld
het vermogen van de waterkoker is 2200 W (watt). De water koker staat 3 minuten en 20 sec aan voordat het water kookt. hoeveel energie heeft dit gekost in joule?
en in kWh?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
De tv staat 3 uur aan en heeft een energieverbruik van 30 kWh, wat is het vermogen van de tv in watt?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zelfstudie
7.4.3 laatste stukje over zekering, randaarde en aardlekschakelaar
7.4.4 laatste stukje over de elektromotor en dynamo
8.4 laatste stukje over biomassa en duurzame energie etc. 

Opdrachten: 7.5 en 8.9-8.11
Oefenopgaven online: Opg. 7,8 H7 en Opg 9,10 H8

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Toetsvragen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions