What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 15 dif grammatica woordsoorten
Grammatica woordsoorten
differentiatie-uur Nederlands
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica woordsoorten
differentiatie-uur Nederlands
Slide 1 - Slide
Grammatica woordsoorten
Je kijkt naar elk woord apart.
ik
heb
gisteren
een
chocoladereep
gegeten
Slide 2 - Slide
Grammatica woordsoorten
werkwoorden
zelfstandig naamwoorden
bijvoeglijk naamwoorden
lidwoorden
voorzetsels
persoonlijk voornaamwoorden
vh: zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Slide 3 - Slide
werkwoorden
Een werkwoord kan in verschillende vormen in je zin terugkomen:
brengen > infinitief (hele werkwoord)
bracht > verleden tijd (of in een andere tijd)
gebracht > voltooid deelwoord
Slide 4 - Slide
lidwoorden
de, het, een
Let op: 'een' en niet 'één'
'het' van 'het huis' is wel een lidwoord, 'het' van 'het regent' niet
Slide 5 - Slide
zelfstandig naamwoorden
Een zelfstandig naamwoord gebruik je voor:
mensen en eigennamen (man, Jan)
dieren (olifant, muizen)
dingen (tafel, regenpijp)
Slide 6 - Slide
Bijvoeglijk naamwoorden
Deze zeggen iets over een zelfstandig naamwoord.
De nieuwe Netflix-serie.
znw (zelfstandig naamwoord): Netflix-serie
bnw (bijvoeglijk naamwoord): nieuwe
Het bnw kan voor een znw staan, maar ook erna.
Slide 7 - Slide
Voorzetsels
Waarin, waardoor, waarmee, waaronder?
... de kast
Maar ook richtingen, 'met' en 'na'
Slide 8 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar een persoon of een groep mensen zonder een naam te noemen.
Slide 9 - Slide
Wat voor woord is 'plant' in deze zin?
Mijn broertje plant een boom.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord
Slide 10 - Quiz
Ik fiets een rondje op mijn nieuwe FIETS.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord
Slide 11 - Quiz
We gaan elk jaar naar dezelfde camping in Frankrijk.
Hoeveel znw staan er in deze zin?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 12 - Quiz
Benoem in onderstaande zin de werkwoorden, lidwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, voorzetsels en persoonlijk voornaamwoorden.
'Gisteren heeft mijn lieve broertje mij een reep chocola met nootjes gegeven.'
Slide 13 - Open question
Benoem in onderstaande zin de werkwoorden, lidwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, voorzetsels en persoonlijk voornaamwoorden.
'In Soest sneeuwde het een uurtje.'
Slide 14 - Open question
Maak zelf een zin in deze volgorde:
pers. vnw. - ww - lw - znw .
Slide 15 - Open question
Maak zelf een zin in deze volgorde:
ww - pers. vnw. - lw - bnw - znw - vz - znw - ww ?
Slide 16 - Open question
Oefenen!
www.cambiumned.nl > grammatica woordsoorten > oefen het onderdeel dat jij lastig vindt!
Let op: persoonlijk voornaamwoord staat bij 'voornaamwoorden'.
Slide 17 - Slide
More lessons like this
VWO 1 h.7.1 grammatica woordsoorten pers.vnw, bez.vnw
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Week 16 dif grammatica
April 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1hm grammatica woordsoorten les 2
April 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1hm grammatica woordsoorten les 7
April 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1hm grammatica woordsoorten les 2
April 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica woordsoorten les 1 2 mavo
April 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
Grammatica woordsoorten les 1 2 mavo
May 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
1hm grammatica woordsoorten les 4
April 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1