Let op:
Het kan een persoonlijk voornaamwoord zijn, maar ook een lidwoord.
Het is een persoonlijk voornaamwoord als het een apart zinsdeel is.
Het is een lidwoord als het een deel van een zinsdeel is.
VOORBEELD
Het is opgeknapt. Het / is opgeknapt/ Het = pers. voornaamwoord
Het weer is opgeknapt. Het weer / is opgeknapt/ Het = lidwoord