Masha staat op de digitale weegschaal.
In deze zin is op een voorzetsel. Voorzetsels (vz) zijn woorden zoals na, tussen en door
Ze geven vaak aan:
- een plaats: in / op / naar (de kast)
- een tijd: na / tijdens / in (de pauze)
- een reden of oorzaak: door / vanwege (de regen)
Je gebruikt ze in combinatie met een zelfstandig naamwoord.