Climax : Er zit spanning in die opbouwt tot een hoogtepunt.
Bijvoorbeeld: klein, gemiddeld, groter, gigantisch.
Anticlimax : Er zit spanning in die tot een teleurstelling uitkomt óf hij loopt juist in tegengestelde richting.
Bijvoorbeeld: Het was een gigantisch grote bom... De klok telde af... drie... twee... een... Er gebeurde niets.
Het is schitterend, prachtig, mooi, eigenlijk best aardig.