2ha- Unité 3 - 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour 2ha

Unité 3-VWO 2

Les objectifs du chapitre

Na deze unité kun je:

• Zeggen/vragen hoe laat het is.
  
• Zeggen of vragen waar en hoe laat iets plaatsvindt
  
• een afspraak maken
  
• Zeggen aan welke sport je doet.
  
• Zeggen wat je op school hebt gedaan.
  

Sport et College

Théorie

• Apprendre 3: passé composé met être
• Grammaire révision §15: getallen van 0 t/m 100
• Grammaire révision §16: rangtelwoorden
• Apprendre 6: kloktijden
• Apprendre 8: perdre en andere werkwoorden op -re

KLASREGELS

Comportement/ gedrag!

• Aan wie heb je het meest op school? 
• —> Wijsheid 
• Wie is jouw vijand op school? 
• —> Drukte
• Qui est ton un ami à l’école?
• —> La sagesse.
• Qui est ton ennemie à l'école?  
• —> La turbulence! 

Qu'est ce que nous allons faire?

Mardi 5  janvier 2021

 

1. Couleur locale : regarder une vidéo + quiz
2. Lire "Les sports, au collège et le week-end"
3. Faire individuellement ex. 1BC -2- 3 (15min) 

        Al klaar ? Leer Quizlet lijst Appr 1 

Kies het juste rangtelwoord: 23

1. vingt-troisime
2. vingt-troisième
3. trois-vingtième
4. vingt-troix

Kies het juste rangtelwoord: 94

1. quatre-vingt-quatorzième
2. quatre-vingtième
3. vingt-quatorzième
4. quatre-quatorzième

Kies het juste rangtelwoord: 1

1. premier/ première
2. unième/ uneième
3. primo/ prima
4. unier/unière

Kies het juste rangtelwoord: 5

1. cinquière
2. cinquo
3. cinqième
4. cinquième

Wat ga je nu doen?

- Maak 3 zinnen in de voltooid tegenwoordige tijd (Passé composé) 

- Gebruik de onderstaande plaatjes om deze 3 zinnen te vormen. 

Iedereen noemt straks zijn zinnen op, je geeft feedback aan elkaar.

Tekst

Het werkwoord tomber vervoeg je in de passé composé met......

Het werkwoord chanter vervoeg je in de passé composé met....

Verreweg de meeste werkwoorden die in het Nederlands vervoegt met zijn, vervoeg je in het Frans met....

Het werkwoord avoir vervoeg je met....

Eén belangrijke uitzondering op die regel heb je geleerds in unité 1: het werkwoord être vervoeg je met....

être

avoir

être

avoir

avoir

Tekst

Tu .... ......... à la maison pendant les vacances? (rester) gebleven

Vous ..... .........(partir) weggegaan

Il .... ........... (arriver) aangekomen

Vous ..... ....... des cadeaux à Noël.  (avoir p.c) hebben

Je/j' .... ....... au cinéma avec mon frère. (être p.c) zijn

as resté

es resté

      ai été

avoir rester

êtes parti

avez parti

est arrivé

a arrivés

être arriver

   avez eu

   êtes eu

   avez été

Noteer 6 Franse woorden die met
de klok te maken hebben

Qu'est-ce que tu as appris?

1. Appr 1 en 2 woorden.
2. Passé composé.


3. Toepassing in een zin structuur. 
4. Les nombres (telwoorden en rangtelwoorden).